Samenspel tussen Mens en Natuur
Het tussen stuwwal en Maas gelegen Maasdal is erg vruchtbaar en trok al in de prehistorie mensen aan. Eerst jagers-verzamelaars, later gemeenschappen die zich vestigden op de veilige Maasduinen en gingen boeren. Ze vestigden zich graag bij water voor de visvangst en op gronden die ze makkelijk konden bewerken met hun primitieve werktuigen. Het landschap zag er heel anders uit dan nu. De bodem bestond uit grof en fijn zand met laagjes leem. De huidige vruchtbare klei in het Maasdal is pas later afgezet door de Maas.
Met de komst van de Romeinen beleefde het Maasdal een bloeiperiode. Zij bouwden een heuse brug met stenen pijlers over de Maas vanuit Cuijk (Ceuclum), in die tijd een belangrijke handelspost. Over de heerwegen (een van de Romeinse heerwegen vanaf de brug liep vermoedelijk langs de huidige Cuijksesteeg) trokken niet alleen soldaten naar de garnizoensplaatsen Nijmegen (Noviomagus) en Xanten (Colonia Ulpia Traiana), maar werden ook goederen vervoerd van en naar het gehele Romeinse rijk. Het Maasdal was in die tijd waarschijnlijk een belangrijke bron van rogge en gerst voor het voeden van de soldaten en mogelijk voor de export naar andere delen van het rijk. Of de boeren toen al Maasheggen in het gebied aanlegden is niet bekend. Het moet een wonderlijke tijd geweest zijn voor de oorspronkelijke bewoners toen mensen, ideeën en goederen van over het hele rijk hun gemeenschap binnenkwamen
Rond 400 na christus stort het eens zo machtige Romeinse rijk in elkaar en verdwijnen de Romeinen uit ons land. De brug bij Cuijk raakt langzaam in verval en verdwijnt uiteindelijk onder water. Een mistige tijd breekt aan waarover we maar weinig weten, maar het is zeer aannemelijk dat het vruchtbare land in het Maasdal ook toen door boeren werd bebouwd.
We komen Mook en Middelaar pas weer tegen in de geschriften rond de veertiende eeuw. De eerste vermelding van het kasteel Huyse Middelaer stamt uit 1388. Dit kasteel lag in het Maasdal aan de oevers van de Maas en controleerde daar de scheepvaart. Bij het kasteel was ook een overgang naar Cuijk waar door de kasteelheer tol geheven werd. Middelaar behoorde tot het hertogdom Gelre, terwijl Mook tot het hertogdom Kleef behoorde. Een oude grenssteen bij de Katerbosseweg herinnert daar nog aan.
Het is ook in die tijd dat het bestaan van de Maasheggen terug te vinden is in de stukken. Vanaf die periode zijn er zeker onafgebroken boeren actief geweest in het Maasdal. De vruchtbare bodem kende een netwerk van oude, kleine percelen, afgebakend door heggen. Tegelijkertijd waren de zandgronden van de stuwwal gemeenschappelijk bezit, waar schapen werden gehoed en hout werd geteeld als economische basis. In de loop der tijd werden de ooibossen ontgonnen en oorspronkelijk gemeenschappelijk beheerd. De naam “Driesschen” of “Driessen” in de Mookse Driessen verwijst daarnaar. Daarom zijn in dit deel van de Maasdal ook minder heggen. Later kwamen meer en meer gronden in individueel bezit van boeren, die heggen aanplantten
Naast de heggen waren er (knot)bomen, die werden geplant als grensmarkeringen en leverden bouw- en geriefhout. Wilgentakken werden gebruikt voor het vlechten van manden, terwijl essentakken dienst deden als gereedschapsstelen. Door de eeuwen heen vestigden zich in de ondoordringbare Maasheggen ook andere planten en struiken, wat de biodiversiteit vergrootte.
Dit eeuwenlange samenspel tussen boeren en natuur heeft geleid tot een uniek landschap. Het Maasdal bestaat uit een mozaïek van heggen, weides, zandpaden, knotbomen en drinkpoelen, met

Bron: Kaart Groen Erfgoed, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Categorie A staat voor zeer hoge cultuurhistorische waarde; “Objecten of onderdelen met waardering A zijn van groot belang voor het nationale erfgoed. Behoud staat hier meestal voorop.”