(bericht van de gemeente)
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft vorige week besloten dat de status ‘rivierbed’ wordt opgeheven bij gebieden achter een versterkte kering in de Limburgse Maasvallei. Voor de bewoners en ondernemers van deze gebieden komt er met deze beslissing een einde aan een lange periode van onzekerheid over ontwikkelmogelijkheden en schadevergoeding na overstromingen. De binnendijkse gebieden achter de dijken in de Limburgse Maasvallei hadden tot nu als enige in Nederland de rivierbed-status. Dit was vastgelegd in de Beleidslijn Grote Rivieren.
Het afgelopen half jaar is door de Stuurgroep Lob van Gennep, waar gemeente Mook en Middelaar onderdeel van uitmaakt, met verschillende overheden veelvuldig gesproken over de status rivierbed in de Lob van Gennep en andere locaties in de Limburgse Maasvallei. Tijdens deze gesprekken heeft de gemeente samen met gemeente Gennep duidelijk opvattingen daarover gegeven. Voor alle betrokken overheden staat de veiligheid van mensen die achter dijken wonen voorop, en daar past geen status rivierbed bij.
Bijzondere situatie
Wonen in een gebied dat wordt beschermd door dijken, maar tegelijkertijd ook onderdeel is van de rivier. Een bijzondere situatie die in Limburg op diverse plekken langs de Maas voorkomt. En de consequenties daarvan zijn groot. De status rivierbed op een gebied betekent dat bewoners en ondernemers niet zonder vergunning van het Rijk kunnen bouwen of uitbreiden. Bovendien is er een verschil in het recht op tegemoetkoming in de schade. Deze situatie zorgde voor grote onzekerheid en onrust bij bewoners, agrariërs en bedrijven.
Gevolgen besluit minister
Met het vorige week genomen besluit van de minister om de status rivierbed op te heffen, wordt het recht op schadevergoeding na een overstroming voor iedereen gelijk. Op dit moment hebben inwoners in de Lob van Gennep die gebouwd of verbouwd hebben na april 1996 geen recht op tegemoetkoming bij schade. Deze situatie zorgde voor grote onzekerheid en onrust bij bewoners, agrariërs en bedrijven. Met het besluit maakt de minister een einde aan de onrust hierover.
"Ik ben zeer tevreden met het besluit van de minister. Hiermee is een grote zorg bij de inwoners weggenomen. Het betekent dat er ook in kleinere dorpen weer iets kan. En dat de mogelijkheden voor schadevergoeding na een overstroming gelijk worden getrokken. Hier hebben we met elkaar heel hard naar toe gewerkt", zegt Geertjan Wienhoven, wethouder gemeente Mook en Middelaar.
Huidige dijkversterkingen vormen aanleiding
Vijfentwintig jaar na de overstromingen in ’93 en ‘95 worden dijken in Limburg versterkt volgens de waterveiligheidsnormen uit de Waterwet. Deze dijkversterkingen vormden de aanleiding voor de minister om de status van de binnendijkse gebieden achter de primaire keringen opnieuw te evalueren. Het gaat om binnendijkse gebieden in Arcen, Baarlo – Hout-Blerick, Beesel, Belfeld, Buggenum, Gennep, Heel, Mook en Middelaar, Nieuw Bergen, Steyl - Maashoek, Thorn – Wessem, Well en Willem Alexanderhaven Roermond.
Gelijk met de rest van Nederland bij versterking dijk
Zodra de dijk versterkt wordt, wordt de status rivierbed opgeheven. Zo worden de binnendijkse gebieden in de Limburgse Maasvallei gelijkwaardig behandeld als binnendijkse gebieden bij andere rivieren in Nederland. De gebieden hebben gelijke mogelijkheden om aanspraak te kunnen maken op de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en er wordt ruimte voor ontwikkelingen gecreëerd. Dit is niet enkel gunstig voor de gemoedsrust, maar ook voor de leefbaarheid, economische ontwikkelingen en de werkgelegenheid in de gebieden. Voor de Lob van Gennep en Thorn – Wessem geldt daarnaast dat ze een waterbergende functie hebben die van belang is voor het functioneren van de Maas als geheel. Voor deze gebieden wordt daarom overgestapt van een individuele vergunningplicht naar een langjarige gebiedsontwikkelruimte. Rijk en regio werken voor 1 januari 2021 kaders uit voor een begrensde langjarige gebiedsontwikkelruimte.