Het is goed dat de gemeente zich inzet voor de bescherming van natuur en verbetering van de biodiversiteit. Het is qua beleid geen gemakkelijke opgave om dat consistent te kunnen doen.
In het geval van een zienswijze voor een locatie voor windenergie over de landsgrens, in of langs het Reichswald, is nuancering wel geboden. De uitspraak van onze gemeente Mook en Middelaar (Ter Sprake 18 april j.l.) dat bewoners in Molenhoek windturbines zichtbaar vanuit hun achtertuin krijgen, is niet onderbouwd. Ergo, als bewoner van Molenhoek ervaar ik dat als negatieve stemmingmakerij. Het suggereert een "not in my backyard" gevoel. Dat is niet in het belang van onze gemeente.
Consistent beleid is ook noodzakelijk voor biodiversiteit in het Maasdal en voor de gemeentelijke opgaven voor de bestrijding van energiearmoede en een betrouwbare en betaalbare warmte transitie. Voor de twee laatste is betaalbare elektrische stroom noodzakelijk. Want iedereen moet mee kunnen doen aan de energietransitie.
Voor betaalbare stroom is lokaal opgewekte, hernieuwbare stroom noodzakelijk, uit een mix van wind- en zonne-energie. U voelt 'em al aankomen: daarvoor is deelname door onze gemeente in het energielandschap in Wells Meer noodzakelijk. Dat project kent een mix van wind- en zonne-energie. De windturbines in Wells Meer komen ook vlak langs de grens en zullen vanwege rentabiliteit ook heel hoog worden.....
Het biodiversiteit probleem is minstens zo groot als het klimaatprobleem. Voor wat betreft de nodige eigen opwek van hernieuwbare energie, kunnen we ons niet verschuilen achter "we zijn een kleine gemeente en hebben geen plek". Stemmingmakerij is niet constructief. Als we zeggen geen plek te hebben, zullen we toch met alternatieven aan de slag moeten. Die zijn er, wie doet er mee?