Enige tijd geleden heeft het Erfgoedplatform de kans gekregen om een glas-en-loodraam uit de voormalige Kapokfabriek De Zwaan te redden van de ondergang. Het voormalige fabrieksgebouw, aan de Bovensteweg naast Metaalbouw Mook vlak voor de spoorwegovergang, werd namelijk deels gesloopt. Voor veel van onze lezers zal de Kapokfabriek De Zwaan weinig zeggen, daarom een bijdrage van Floor van Gelder, dochter van de laatste directeur/eigenaar. De kapokfabriek was een van de vele fabrieken die Mook heeft gekend.
Geschiedenis van de Kapokfabriek in Mook
Kapokfabriek De Zwaan is opgericht in 1923. Het bedrijf heeft als kapokfabriek, en later als fabriek van matrassen en zitmeubelen, gefunctioneerd tot 1974. Daarna werd het een bedrijfsverzamelgebouw met verschillende huurders, totdat het uiteindelijk in 2021 is verkocht. De laatste huurder, Wouter Broens, heeft het oudste gedeelte van het pand overgenomen. Het glas-in-loodraam met het logo van De Zwaan is uit de gevel gehaald en zal, na restauratie, in het vernieuwde pand een veilige plaats krijgen. Zie afbeelding 1.
Mijn opa, C.E. van Gelder, heeft in 1923 met dhr. H.G.A van Aarsen, de N.V van Aarsen & Van Gelder’s Kapokfabrieken opgericht. De timmerfabriek van de heren Erkens en Reijnen op het Korendal, later de Bovensteweg, stond te koop. Die lag pal aan het spoor en dat was gunstig voor de aanvoer van ruwe kapok (zie afbeelding 2) en de verzending van de schoongemaakte en gekaarde kapok. Daar is het allemaal begonnen. Behalve de twee directeuren werkten er 10 arbeiders in de fabriek (zie afbeelding 3) en een jongste bediende op kantoor. C.E. van Gelder (zie afbeelding 4) nam de inkoop van grondstoffen, de productie en de administratie voor zijn rekening. Van Aarsen deed de verkoop. In januari 1924 kwam H.J .M. Dobbelmann in dienst, eerst als boekhouder, later als Chef de Bureau. Hij heeft van de eerste veertig jaar van het bedrijf een kroniek geschreven, waar ik veel gegevens aan ontleen, onder andere over de brand die ook beschreven is op de website Bedrijvigheid langs het spoor – Historie Molenhoek).
‘In februari werd onze fabriek, toen er ’s nachts overgewerkt werd, door blikseminslag getroffen en brandde tot de grond toe af. De heer Van Gelder stond juist bij de deur van een der kapokkamers toen een bliksemstraal langs hem heen schoot, waarbij zijn wenkbrauwen en het kapokstof van zijn overall wegschroeiden en hijzelf, Gode zij dank, zonder letsel gespaard bleef.’
De fabriek werd heropgebouwd, waarbij het kantoor dat vroeger achter de kapokkamers lag, werd uitgebreid tot twee vertrekken, nu aan de voorzijde van de fabriek. Eind 1924 werkten er 20 man personeel in de fabriek en 4 op kantoor.
De slogan ‘Kapok “de Zwaan” – Altijd vooraan’ (zie inzet in afbeelding 4), wordt voor het eerst vermeld in 1931. Het aantal werknemers was intussen opgelopen tot 34, vrijwel allemaal uit Groesbeek en Mook en Middelaar. Twee jaar later stopte de samenwerking tussen Van Aarsen en Van Gelder, omdat Van Aarsen een eigen kapokfabriek had opgericht. Christiaan van Gelder zette de zaak in Mook voort.
De oorlog van 1940-1945
In mei 1940 werd de bedrijfsnaam veranderd in ‘Kapokfabriek De Zwaan N.V.’ De oorlog was een zware tijd, voor de hele regio, en ook voor dit bedrijf. Enerzijds, omdat mijn opa zich noodgedwongen moest terugtrekken en onderduiken, anderzijds omdat de kapok, afkomstig uit het toenmalige Nederlands-Indië, niet meer werd aangevoerd. De zaak werd voortgezet met H.J.M. Dobbelmann en F.J. Konert als (tijdelijke) directie.
Dhr. Konert, die in Nijmegen een fabriek had en goed was ingevoerd in de kapokbranche, heeft ervoor gezorgd dat De Zwaan niet in handen van de bezetter is gevallen. Dhr. Dobbelmann had de dagelijkse leiding over de productie. Er moesten nu andere grondstoffen worden gebruikt, dat vereiste een andere manier van werken, de elektrische stroom ging op rantsoen en voor personeelsleden die werden gevorderd voor de Arbeidseinsatz, moest hij een onmisbaarheidsverklaring zien te krijgen. Er werd een lompenmolen aangeschaft om lompen en oude kokosmatten mee te scheuren voor vulmateriaal. In 1943 kreeg de fabriek vergunning om te handelen in bolraap of vlasbaard - onverspinbaar vlasafval, ook een vulmateriaal.
In het najaar van 1944 waren er nog maar zes werknemers in dienst. Nadat het bevrijdingsfront van de geallieerden was vastgelopen onder Nijmegen, werden de soldaten ingekwartierd in scholen en kloosters, in landhuizen en in de fabrieksgebouwen rond station Molenhoek. De kapokfabriek heeft van september ’44 tot april ’45 Canadezen gehuisvest. Na de bevrijding was er veel schade aan de inventaris - alle houten kantoormeubelen bleken te zijn opgestookt en een houten loods was afgebrand.
Van Kapokfabriek De Zwaan tot Zwaan Mobilair
Na de bevrijding kon C.E. van Gelder terugkeren. Het bleek dat hij enige tijd onderdak had gevonden bij de toenmalige bedrijfsleider van de fabriek, Sipke de Groot, te Nijmegen. Op 1 juli 1945 nam Van Gelder de leiding van de fabriek weer op zich en kon men aan schadeherstel en wederopbouw beginnen. Ook letterlijk, want in 1949 werd er een bovenverdieping op het kantoorgedeelte gebouwd. Daarin werd, boven de voordeur, een glas-in-loodraam geplaatst. Op de luchtfoto uit 1950 is dat als je goed kijkt, te zien (zie afbeelding 5).
Intussen had mijn vader, F.R. van Gelder, na zijn opleiding op de hogere textielschool in Enschede, een paar jaar gewerkt bij de Nyma, de kunstzijdefabriek in Nijmegen. In 1948 kwam hij bij de zaak in Mook om nieuwe producten te ontwikkelen. Nu ging het niet meer alleen om de verkoop van kapok als vulmateriaal, maar steeds meer werd de kapok bij De Zwaan verwerkt tot kussens en matrassen, met merknamen als Selmo en Cellox. Hiervoor werden nieuwe machines aangeschaft en een naaiatelier ingericht. In 1960 werd Frits van Gelder directeur.
In 1960 werd er een nieuw magazijn gebouwd en een mooie kantine voor de werknemers (zie afbeelding 8) – het personeel bestond intussen uit 47 werknemers en werkneemsters. In 1961 werd de tienduizendste matras (zie afbeelding 7) geproduceerd. En er werd op een ludieke manier reclame gemaakt.
Een bijzonder ‘archiefstuk’ is het KLINCKDICHT op de verhooginghen van loonen en prijsen in den jaere 1964, gedateerd op 5 december 1963:
De loon- en prijsspirael zal zich ten langen leste
Ontfermen over U en ’t is dan maer het beste
Dat gy, gelijck de Sint, U daerby nederleyt.
’t En sit niet in de prijs, doch in de qualiteyt
en in de rust die een kapockmatras kan geven.
Voor welkcke last hy staet, het is hem om het even,
want komt Sint Nicolaes in sware noot of sorgh,
Hem is een Swaen-matras voor nieuwe craght een borgh.
’t Zij evensoo voor U: matrassen van “De Swaen”,
Sy brengen, hoe dan oock, U baet en voordeel aen.
De Sint verwaght, o clant, dat in Uw saeckenleven
Dit luttele geschrift U steun en stut zal geven.
In de jaren zestig werd er ook geëxperimenteerd met zitmeubelen: stoelkussens, al dan niet in een stalen buizenframe, zitzakken in verschillende maten, van canvas, denim of kunstleer. Er is zelfs een ‘zitslang’ gefabriceerd, welke de nodige creativiteit vereiste om er een lekkere hangplek van te maken. Niet meer gevuld met kapok, maar met polystyreenkorrels. De bedrijfsnaam veranderde nogmaals, nu in Zwaan Mobilair BV (zie afbeelding 9).
Begin jaren zeventig kwam de Nederlandse textielindustrie meer en meer in de problemen en ook dit bedrijf ontkwam niet aan bedrijfssluiting. In april 1974 moest mijn vader concluderen dat het bedrijf zodanig verlies leed dat het niet meer rendabel te krijgen was. Na goed overleg met het GAB, het gewestelijk arbeidsbureau, en de vakbond, de Industriebond NKV, is er een ontslagregeling tot stand gekomen. In de loop van 1974 is de productie gestopt en kwam er een eind aan het dienstverband van de laatste 23 werknemers en werkneemsters.
Floor van Gelder
Juni 2024
Naschrift: Het Erfgoedplatform Mook en Middelaar wil meer aandacht schenken van het industrieel verleden van onze gemeente. Het is benieuwd naar verhalen van en over ex-werknemers en materialen (bijv. foto’s, brieven, loonbriefjes, reclamemateriaal) van de verschillende bedrijven die er zijn geweest.
Verder is het Platform nog op zoek naar sponsors die een bijdrage willen leveren aan een deel van de kosten van de restauratie van het glas-en-loodraam. Omdat het Platform een ANBI is, zijn die bijdragen fiscaal aftrekbaar. Reacties zijn welkom via: of bellen met Theo Vlaar), voorzitter van het Erfgoedplatform (06 502 373 93).
Zie ook: https://maasburen.nl/berichten/herinneringen-aan-de-kapokfabriek-de-zwaan-door-richard-meeussen