Museum “No Hero”, Delden, Overijssel
Te zien zijn schilderijen van Neo Rauch en Rosa Loy.
Ik zie haar nog staan, deze week in de uitzending van Nu te Zien op NPO 2: Suzanne Swarts, zichtbaar ongemakkelijk. Van haar wordt verwacht dat ze een sluitend verhaal presenteert over twee Duitse kunstenaars die hun jeugd in de DDR hebben doorgebracht. Geen eenvoudige opgave, juist omdat hun opmerkelijke schilderijen uitnodigen tot duiding — een verhaal dat men als bezoeker graag wil horen.
Maar zo werkt het niet. Het kunstenaarsechtpaar heeft zich ingedekt door af te zien van enige toelichting op hun werk. En dat werk, hoewel figuratief, oogt vaak slordig, vol vage, ongrijpbare associaties die juist om uitleg schreeuwen.
En daar staat Suzanne dan, worstelend en onwennig. Het wordt al snel duidelijk dat ook zij niet goed weet wat ze ermee aan moet. Ze vervalt in obligate clichés: “De kunstenaars willen dat de kijker zelf een verhaal bedenkt bij de schilderijen, zonder dat zij hun beweegredenen prijsgeven.” Maar juist dát zou interessant zijn: waarom die ogenschijnlijk klungelige stijl? Waarom die specifieke kleuren, die wazige vlakken?
Het werk wordt “polyinterpretabel” genoemd, maar dat blijkt al te vaak een zwaktebod: zoek het zelf maar uit. En hoewel de neiging bestaat het daar, maar bij te laten, moeten we dat niet doen. Kijkers hebben recht op meer. Ze willen zich verdiepen in de beweegredenen van kunstenaars, maar worden al te vaak met een kluitje in het riet gestuurd — slachtoffer van een kunstelite die zich ongrijpbaar en onaantastbaar opstelt.
Daar had Suzanne Swarts, als kenner, op in kunnen spelen. In plaats daarvan draagt ze bij aan de arrogantie van kunstenaars die hun werk niet willen of kunnen toelichten.
En het gevolg? Dat de bezoeker afhaakt. Misschien zelfs geen museum meer durft binnen te stappen waarin dit soort kunst getoond wordt. En dat, dát mag nooit de bedoeling zijn.