Op 19 september 1783 mochten de uitvinders van de luchtballon Joseph en Jacques Montgolfier hun uitvinding presenteren aan het hof van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette. Hun nieuwe ‘Montgolfier-ballon’, met een doorsnede van twaalf meter, steeg vijfhonderd meter, maar overbrugde in acht minuten tijd wel een afstand van drie kilometer. Tijdens deze demonstratie was de ballon bemand: een schaap, een haan en een eend vormden de gelukkige passagiers. Ze kwamen alle drie weer zo goed als ongedeerd aan land. Omdat de dierlijke bemanning deze demonstratietocht had overleefd, werd aangenomen dat het toch ook voor de mens niet onmogelijk moest zijn het luchtruim te trotseren. Voor de zekerheid bepaalde Lodewijk XVI dat in eerste instantie alleen misdadigers een proefvlucht mochten maken. Toch was het de enthousiaste Franse natuurkundige Jean-François Pilâtre de Rozier die op 15 oktober 1783 de geschiedenis in ging als de eerste persoon die een ballonvlucht maakte.
Ruim 90 jaar later waren ballonvaarten nog steeds een bijzonderheid, getuige bijgaand verslag van de Arnhemsche Courant van 24 september 1876. De stad liep er voor uit om dat mee te kunnen maken. Communicatiemiddelen zoals heden ten dage, bestonden niet. Hoe dan wel? Wat heeft dit alles met Mook te maken? Om dat te achterhalen moet je dit verhaal wel tot het eind lezen.
“Stiptheid is de beleefdheid der koningen" - en der luchtreizigers, juist omdat zij hun publiek zoo lang kunnen laten wachten, als hun behaagt. De heer de Pauw echter heeft het wel gemaakt met de duizenden, die van de opstijging van den luchtballon getuigen wilden zijn. Was ten vier ure die opstijging aangekondigd, slechts kort na het aangekondigde uur zag men den ballon statig en bijna loodregt in de blaauwe wolkelooze lucht zich verheffen.
Eerst echter waren zij, die op het terrein toegang hadden gekregen, getuigen van de voorbereidende maatregelen, die, om het ongewone er van, tot in de geringste bijzonderheden met aandacht gadegeslagen werden. Langzaam welft zich de ballon; de zakken zand worden telkens een schakel van het net lager gebragt. Het naderbij brengen van die zakken deed den ballon rijzen, en evenzoo de spanning bij de omstanders. De schaduwe, door den ballon te weeg gebragt, zoolang hij nog op den grond rustte, verdwijnt. Onder de toeschouwers begint eenige gejaagdheid te ontstaan. Zij verlaten hunne zetels; zij groeperen zich, om alles meer naauwkeurig te zien. Een bekende bediende staat roerloos met zijn flesschen wijn, alsof hij zoo straks na het eindigen van den toast den hoofdpersoon van den disch zal inschenken. De kapitein stijgt zijn luchtschip en geeft zijne bevelen, die stipt door de militairen worden uitgevoerd, sommigen van hen zijn in de mand gezeten - men meent op het gelaat van enkelen de vrees te lezen, dat zij door een abuis zullen worden medegenomen. De duiven worden, in hare mandjes gesloten, aan de reep gehangen; de reizigers, die zich hebben aangemeld, de heeren J. A. Deketh uit den Haag en B. J. de Waal, beambte bij de gasfabriek te Arnhem, stijgen in; de ballast wordt geregeld; de ballon verplaatst zich, door de militairen getrokken; stilte heerschte allerwegen; men beseft dat het ernst is, hoogere ernst - dit zij zonder woordspeling gezegd - dan bij kermisvertooningen. De gedachte aan de reis door de onbezochte luchtgewelven en de onzekere toekomst vervult ieder; ook de reizigers en, dezen in de eerste plaats. Zij werpen een laatsten groet aan bekenden toe. De kapitein is geheel vervuld met zijne gewigtige taak. Hij werpt een blik door het luchtruim in de rigting, die zijn ballon volgen zal; op de vraag >>waarheen?" heeft hij reeds het antwoord gegeven: >>naar Kleef". Het >>alles los" wordt door hem uitgesproken, maar zonder pralerij. Kalm en eenvoudig en onder een luiden juichkreet, het zwaaijen der hoeden en het aanheffen van fanfares door het muziekkorps, verheft zich de ballon en rijst al hooger en hooger. De omstanders bewegen zich snel over het terrein om een punt te bereiken waar zij hem kunnen volgen zonder tegen de zon in te zien, en weldra zijn aller oogen gerigt op den steeds kleiner wordenden bal, die in zuidoostelijke rigting langzaam wegdrijft. Men ziet nog slechts het wuiven der vlag, die een der reizigers in de hand houdt. Daar dalen trillend en dwarrelend langzaam veelkleurige linten naar beneden, en terwijl men deze volgt ziet men den ballon zich verwijderen in de verte.
Thans verlaten duizenden het terrein. Over den Westervoortschen dijk golft eene digte menigte, in stof gehuld, die zij zelve en de rijtuigen, welke zich stapvoets bewegen, doen oprijzen, langzaam naar de stad terug, die gedurende de namiddaguren uitgestorven scheen.
Den ganschen namiddag volgden velen op verschillende punten der stad de zwarte stip in de verte en berekende, waar zij thans wezen kon. Ten kwart over zevenen meende men den ballon te zien dalen achter Nijmegen.
Dezen morgen ten half acht ure ontving men de tijding dat hij gisteren avond ten 7 ure 15 minuten op de Mookerheide was neergekomun, waar zonder behulp van de ankers de daling plaats had. Die tijding werd aangebragt door een der duiven van de Vereeniging Celeritas, welke de reis hadden meegemaakt. Ook een viertal duiven van de heeren v. D. en v. B. waren medegenomen. Deze waren reeds gisteren avond ten 5 ure 32 teruggekeerd, maar droegen geen berigt over omtrent de plaats waar zij in vrijheid waren gesteld; zij waren dan ook ontsnapt.
De inwoners van Mook en omstreken verleenden met de meeste bereidwilligheid hunne hulp, zonder van deze gelegenheid gebruik te willen maken om extra voordeelen te genieten. Ook de voerman, die den ballon naar Nijmegen bragt, was zeer matig in de berekening zijner kosten. Van de twee reizigers keerde de een nog denzelfden nacht naar Arnhem terug, terwijl de heer Deketh met kapitein de Pauw den nacht in Nijmegen doorbragt en dezen morgen de reis naar den Haag voortzette.
De reis kenmerkte zich door geenerlei avonturen; alleen had men boven Nijmegen volkomen windstilte, zoodat men daar drie kwartier bleef zweven en uit den ballon nog een brief aan den gasdirecteur aldaar kon afzenden. Het panorama, dat de luchtreizigers in deze streek van ons land genoten, was ongekend prachtig, zij stegen tot op 1500 meter, maar bleven gewoonlijk meestal op 400 meter. De duiven hebben in zooverre aan hare taak beantwoord, dat zij in hare hokken terugkeerden. Den naam der Vereeniging, waartoe zij behoorden, hebben zij echter geen eer aangedaan. Wij hopen, dat voor den heer de Pauw, den flinken kapitein, deze togt, die aan duizenden genot heeft gegeven, ook in verschillende opzigten tot zijne aangename herinneringen moge behooren.
Bron: Delpher.nl