In het voorjaar van 1900 is er weer feest in Mook. Omdat Franciscus Gerardus Odilius (F.G.O.) Cooijmans in 1875 tot burgemeester was benoemd en dat in 1900 ook nog was, was er een aanleiding om zijn 25-jarig ambtsjubileum te vieren. Een groots feest natuurlijk, maar omdat hij in dat jaar ook 25 jaar getrouwd was, was het toch een beetje ingetogen. Limburger Koerier van 22 maart 1900 deed er uitvoerig bericht van.
Mook, Het 25jarig Ambtsjubile van Burgemeester Cooijmans is eenvoudig plechtig gevierd. Alhoewel het de uitdrukkelijke wensch van den Jubilaris was, toch kon die dag niet onopgemerkt voorbij gaan; Vooral de wijding, die door onze Eerw. Heeren Geestelijken aan dit feest gegeven was, door hun hooggewaardeerde medewerking, gaf ons de verzekering, dat hier geen kerkelijke gewoonte zou overtreden worden; veeleer dat het een festiviteit zou zijn in den geest der H. Kerk. Zoo begon de dag met een plechtige Hoogmis, gecelebreerd door den Zeer Eerw. Heer Pastoor van Mook, den WelEerw. Heer Schram als Diaken, de WelEerw. Heer Arts als SubDiaken. Die gevulde kerk indrukwekkend stil, moet voor den Jubilaris een heerlijk bewijs zijn geweest van de stemming des volks. Tegen half elf, was door den oudsten Wethouder een feestvergadering belegd van den Gemeenteraad, waarbij de geestelijke overheid, de ‘gemeentebeambten’ en het Voorlopig Comité waren uitgenoodigd. Van Burgemeesterswoning tot aan de trappen van het Raadhuis hadden zich de schoolkinderen in twee rijen geschaard en juichten met vlaggen zwaaiend ZEdel Achtbaren toe bij het passeeren. Door een allerliefst bruidje begroet bij de eerste schrede op den weg bleek de indruk der festiviteit voor den Jubilaris machtig te zijn. In de Raadsvergadering werd door verschillende sprekers het woord gevoerd, als om strijd de bekwaamheden hulde brengend van den man, wien het feest gold. Aan het slot bedankte diep geroerd ZEdel Achtb. de Vergadering en trad daarop naar buiten om het Feestlied der jeugd aan te hooren. De Fanfare “Erica" zette machtig breed deze mooie compositie van Carel Bouman in, en uit aller mond klonk jubelzang als een stroom van harmonieus gejuich. Ook hier sprak de Jubilaris vooral tot de jeugd een woord van innigen dank. Nogmaals klonk de Feestmarsch, schoten knalden, hoerah’s weergalmden en het uur, waarop voor 25 jaren de Edelachtb. Heer F. Cooijmans was benoemd tot Burgemeester van Mook-Middelaar was plechtig herdacht. ‘t Behoeft zeker niet gezegd te worden dat het Raadhuis dien dag onder bloemen en groen begraven was, en vooral de Raadzaal met keurigen tooi was gedecoreerd. Het voorloopig Comité heeft van dezen spoedeischende arbeid eer en de bevolking kon met welgevallen op deze goed geregelde plechtigheid neerzien.
De luisterrijke viering van dit jubilé is uitgesteld tot de maand Juni waarin ZEdelAchtb. eveneens zijn Zilveren Huwelijksfeest 1) hoopt te herdenken. Wie Mook al eens bezocht heeft bij een processie of een nationaal feest, zal zich wel kunnen voorstellen hoe de bevolking die zoo uitstekend weet te sieren, zich op die dagen van hun taak zal kwijten. Iets wat iedereen met naijver zal doen voor den man aan wien velen en in het algemeen de gemeente Mook - Middelaar dankbaarheid verschuldigd zijn.
F.G.O. Cooijmans viel zo goed in de smaak bij de gemeenteraad dat op 16 juli 1907 in de Limburger Koerier werd gemeld:
Met genoegen delen wij mede, dat de minima-jaarwedden van den EdelAchtb. Heer F. G. O. Cooijmans, burgemeester en secretaris dezer gemeente, door den Raad met 50 pCt. of de helft, zijn verhoogd en dus gebracht, op het door Gedeputeerde Staten dezer Provincie bepaalde maximum. Ook de jaarwedde van den heer J. A. P. van de Ven, gemeente-ont.vanger alhier, is merkelijk verhoogd. Moge het goede voorbeeld, door de gemeente Mook gegeven, door alle Limburgsche gemeentebesturen worden nagevolgd. G. W..
---
1) Cooijmans is op 1 juni 1875 in het huwelijk getreden met G.E.V. Roelofs
F. G. O. Cooijmans, die behalve burgemeester en cafehouder ook gemeentesecretaris, ambtenaar van de burgerlijke stand en landbouwer was. Hij is overigens tot zijn overlijden op 72-jarige leeftijd in 1914 burgemeester gebleven. Hij is toen opgevolgd door zijn neef H. Sengers. Cooijmans is dus 39 jaar burgemeester en gemeentesecretaris geweest. In 1875 is hij zijn vader Henrikus Cooijmans als burgemeester opgevolgd. Henrikus Cooijmans was weer een neef van G.W. Goossens, de eerste burgemeester van Mook en Middelaar (1818-1860). De familie Goossens-Cooijmans-Sengers heeft bij elkaar ruim 125 jaar het burgemeesterschap hier vervuld. Dat gegeven werd indertijd in de landelijke pers uitgemeten. Een andere keer zullen we daar aandacht aan schenken. Geen enkele andere familie is dat daarna, tot nu toe gelukt.
Bron: Delpher.nl