Toonzetting
In de oplegnotitie wordt onder het hoofdje Kaders samengevat wat in de maanden, ongeveer nadat de intentieverklaring bekend werd gemaakt, gebeurd is rond het stellen van kaders. In die periode hebben verschillende partijen op meerdere momenten duidelijk gemaakt dat ze de procedure niet begrepen. Ze vroegen daarom toelichting en in steeds dringender toon om een gelegenheid om als volksvertegenwoordigers cq raad kaders te mogen stellen die in het proces meegenomen zouden kunnen worden. Hoewel steeds werd bevestigd dat het de raad is die over zo’n procedure beslist, gebeurde dat toch niet. Het college had eigen opvattingen over welke weg moest worden gevolgd.
In de oplegnotitie staat: “Het is echter gebruikelijk dat het college de visie voorbereid, waarna uw raad het visiedocument te vaststelling krijgt aangeboden.” (De taalfouten komen ook uit het document). In het vervolg van de tekst wordt geen enkel ander argument gegeven dan dit armzalige argument: het is niet gebruikelijk. Daarna gaat het document die gebruikelijke weg uitleggen, met name de rol van de gebiedsvisie. Dat staat er “ Uiteraard heeft de raad de mogelijkheid om met amendering nadere kaders mee te geven.” Het trapt daarbij een open deur open, namelijk dat elke amendement “consequenties kunnen hebben.”. Ja, dat is juist de bedoeling. De opmerking intimideert, terwijl het proces voor de raad al lastig genoeg was en is.
Het ware beter geweest als de oplegnotitie hier een bescheidener toon had gekregen waarbij bijvoorbeeld was uitgelegd hoe eventueel het proces was verlopen als snel na of misschien wel zelfs voor de intentieverklaring kaders waren opgehaald bij de raad.
Natuurlijk, het is de raad zelf die in de spiegel moet kijken naar haar onvermogen om af te dwingen dat ze in een vroeg stadium kaders kon stellen.
Omgevingswet
Vraag 1: Waarom is het erg als het hele proces vertraging oploopt? Wat als we een jaartje later starten maar dan wel uitzicht hebben op een wijk die aan de meeste wensen van de raad voldoet? Welke consequenties heeft dat?
Participatie
Het is duidelijk dat te veel mensen niet tevreden zijn over de wijze van participatie tot nog toe. Het participatieplan vervolgproces Molenhoek lijkt een antwoord daarop. Maar dat plan roept veel vragen op. Er worden drie middelen aangegeven: een klankbordgroep, drie bijeenkomsten en onderzoeken tbv ROprocedure. Alleen bij de eerste twee middelen is er een rol voor burgers van de gemeente die betrokken (willen) zijn bij de ontwikkeling van MZ.
Uit eerder ervaringen met participatietrajecten over gecompliceerde onderwerpen bleek het essentieel om van meet af aan de betrokken burgers mee te nemen. Als dat niet gebeurt, kan er in een later stadium toch een proteststorm ontstaan. Dus de vraag is hoe gewaarborgd wordt dat met name de eerste bijeenkomst en daarmee dus ook de klankbordgroep de betrokken burgers vertegenwoordigen cq bevatten. Ook aan het verwachtingenmanagement (participatieladder) worden hoge eisen gesteld.
Vraag 2. Kunt u het participatieplan uitwerken op de punten: borgen van voldoede draagvlak van eerste bijeenkomst en klankbordgroep
En aan de informatievoorziening. De resultaten van de onderzoeken tbv van de ROprocedure maken deel uit van de informatie waarover de deelnemers aan het participatieproces moeten kunnen beschikken. De in het participatieplan genoemde informatie lijkt niet compleet. Juist voor leken is het niet mogelijk zelf een overzicht te verwerven wat er komen gaat en te doen staat.
Vraag 3: Daarom vragen we een overzicht van alle komende processtappen in de ontwikkeling van MZ. Ongeveer zoals in de intentieovereenkomst zat, maar dan gedetailleerder, namelijk met de rollen van de inwoners, gemeente, raad, ontwikkelaars, subsidiegevers en alle eventuele anderen, plus welke informatie de betrokkenen nodig hebben. Bij dat laatste volstaat een opsomming van de titels van officiële documenten en de website waar ze te vinden zijn.
Duurzaamheid
Op het punt van duurzaamheid spreekt het raadsvoorstel nu van een energieneutrale wijk. Dat gaat de goede richting op. Wij hebben overigens steeds aangegeven dat we een energiepositieve wijk willen. Dus we gaan ervan uit dat energieneutraal het minimumniveau is. Naar ons idee betekent dat ook veel van de ideeën die onder Kansen staan op bladzijden 52 t/m 55 van de visie gerealiseerd worden, ja moeten worden.
Vraag 4: Over de plaatsing van ideeën onder “vastliggend” dan wel “kansen” willen we graag in het vervolgtraject mogen meedenken.
We hebben goed begrepen dat dit “vastliggend” niet betekent dat alles vast ligt. De keuze kan mede gestuurd worden door de kans op subsidie. Een aantal suggesties voor normen op die bladzijden kunne al naar de prullenbak omdat ze niet matchen met het ambitieniveau. Wij gaan er natuurlijk ervan uit dat die mooie plannen straks in het bestemmingsplan terug te vinden zijn. En dat dat dus tot consequentie kan hebben dat de mate van energiepositiviteit stijgt.
Vraag 5: De wijk wordt dicht bebouwd. Is het mogelijk om voldoende ruimte over te houden voor een voorziening voor gezamenlijke opwek van duurzame energie?
Samenleving en leefbaarheid
Op dit het punt maken we ons zorgen over een aantal aspecten die te maken hebben met de vraag of de wijk echt wel past bij de behoeften van de inwoners van de gemeente. We hebben dus eigenlijk nog geen antwoord op de volgende vraag.
Vraag 6: Waarop is de aanname gebaseerd dat de verdeling in 20-30-50 past bij de woonbehoefte in onze gemeente? Waarom is gekozen voor een verdeling van 50% woningen van 350k of hoger. Dat zijn geen starterswoningen meer.
We hopen we natuurlijk dat het mogelijk is om deze drie te realiseren: antispeculatiebeding, woonplicht en voorrang voor eigen inwoners.
Vraag 7: Wilt u ons toezeggen dat elke ontwikkeling (wet- en regelgeving) die op dat vlak gebeurt zo snel mogelijk met de Raad wordt gedeeld?
Destion gaf in hun eerdere presentatie aan dat de prijzen die de projectontwikkelaars vragen voor de sociale huurwoningen hoog zijn en mogelijk een belemmering voor hen zijn om mee te kunnen doen.
Vraag 8: Als dit een te groot obstakel wordt, wat kan de gemeente dan voor Destion doen?
De ontwikkeling is nu in handen van de ontwikkelaars. Over eigen initiatief vanuit burgers staat in de oplegnotitie: “Het staat de initiatiefnemers vrij om met de ontwikkelaars hierover te overleggen.” En als dat nou eens niet soepel loopt? Waarom kan niet vanuit de gemeente aan de ontwikkelaars opgelegd, geadviseerd, gesuggereerd worden om een aantal woningen in die vorm te bouwen, met een gemeenschappelijke ruimte die verhuurbaar is. Over die gemeenschappelijke ruimte worden door de wethouder steeds moeilijke vragen gesteld. Waarom beantwoordt hij die niet zelf. Kijk naar de constructie die in andere kernen zijn: hoe zit dat bij Koppel, LOP, Moks café, of hoe doen andere gemeenten dat? Doe een voorstel, college.
Vraag 9: Ziet het college zo’n rol voor zichzelf om initiatieven van burgers te ondersteunen?
Over groen en natuur maken we ons zorgen omdat het advies van de ANM maar deels is gevolgd. Het eerste advies is onder enorme tijdsdruk gemaakt en is daarom nogal algemeen van toonzetting. We hebben de aanvulling gelezen. We delen een aantal van haar adviezen, met name als het gaat om natuurinclusief bouwen en het behouden van een groen corridor te noorden van onze gemeente. We vinden verder dat verstening van tuinen met regelgeving moet worden voorkomen, dat er plekken met wilde planten (natuurlijk beheerd) moeten komen, met een daarbij passend maaibeheer.
Vraag 10: Wilt u bij het ontwerp van de bestemmingsplan streven naar een substantieel deel natuurlijk beheerd openbaar groen?