Onlangs stuurde Pieter Heinstra uit Lochem onderstaand verhaal over zijn vader Marinus Heinstra, naar het Erfgoedplatform Mook en Middelaar, om het te publiceren op maasburen.nl. Uiteraard doen we dat met alle plezier.
Over de oorlogsjaren van mijn vader
Het is begin juli 1943 als er een razzia plaatsvindt in en rondom Mook en Middelaar. Een van de opgepakte jonge mannen was mijn vader, Marinus (Rien) Heinstra. Toen pas 19 jaar jong en wonende aan A.158 d (witte huis tegen de ‘berg’ naast het kerkhof, aan de huidige Gen. Gavinstraat 3, zie foto). Als jonge man eerst in 1940 de MULO A afgerond aan de Broederscholen te Nijmegen, en daarna een aantal Praktijkdiploma’s behaald in o.a. Boekhouden. Ik wist dat hij tijdens WOII te werk was gesteld in de ‘Arbeitseinsatz’. Dit woord klinkt veel mooier dan het in werkelijkheid was. Zware dwangarbeid onder onmenselijke omstandigheden. Dat hij ergens in Hagen-Haspe in het Ruhrgebied deze dwangarbeid had verricht, was bekend. Hij had mijn zus en mij verteld dat hij gedurende deze periode gered werd doordat een vrouw van een SS-er hem stiekem wat te eten kon geven op een geheim plekje bij de omheining van de fabriek.
[Na de oorlog gingen we regelmatig bij deze familie op bezoek, omdat hij zijn leven aan deze vrouw te danken had. Wel altijd een gek gevoel bij gehad, zo aan tafel met een weldoener en een SS’er].
Het is 3 januari 2022 als Nico van Kessel op maasburen.nl, gewag maakt van wat meer gedetailleerde informatie over Mookenaren die te werk waren gesteld. Een daarvan was dus mijn vader. Hij staat vanaf 5 juli 1943 ingeschreven in een document van het Rode Kruis als ‘te werk gesteld’ bij Schluckebier Rud. & Co KG, Eisenwarenfabrik, Im Mühlenwert 3.
[Volgens het stadsarchief, www.hagen.de onder het kopje Zwangarbeit, was Hagen een belangrijke productieregio voor de oorlogsindustrie. Begin 1945 waren in deze regio circa 25.000 dwangarbeiders te werk gesteld. Gedurende de gehele oorlog hebben er circa 40.000 dwangarbeiders moeten werken. De Gestapo had er zelfs een apart kwartier. De lijst van grote bedrijven en kleinere bedrijfjes die aldus dwangarbeiders hadden, is huiveringwekkend, nl. 233 namen! Op het kerkhof van Hagen liggen nog honderden graven van overleden dwangarbeiders].
Ik heb de indruk gekregen dat Schluckebier Rud & Co geen grote fabriek was. De straat bestaat nog steeds en is ook niet lang. Kennelijk werd er voornamelijk smeed- en stanswerk verricht. De lijst van het Rode Kruis, de organisatie waar mijn vader na de oorlog vreselijk hekel aan had, maakt ook gewag dat er best veel dwangarbeiders ‘entlaufen’ konden. Bij mijn vader wordt ‘cryptisch’ melding gemaakt van: per jan. 1945 ’v Urlaub nicht zurück’ (zie foto 2).
Hoe dan ook, mijn vader heeft weten te ontsnappen en kwam in lichamelijk vreselijk slechte staat, o.a. vol met onderhuidse luizen en met orgaanuitval, weer terug in Mook. Daar had eind 1944 een evacuatie plaatsgevonden. Zowel door de strijd tussen en de plunderingen door de Geallieerden en de Duitsers, was Mook en omgeving niet meer veilig.
Mijn moeder, Tiny Theunissen toen wonende aan De Mortel op de hoek met de Rijksweg, werd ook eind 1944 geëvacueerd naar België. Hierover is niet veel bekend.
Mijn moeder, tante, zus en ik zijn 15 augustus 1997 met de auto gaan zoeken waar zij zijn opgevangen door boerengezinnen. In een oude kaart van België heeft mijn zus, de locatie Steenhuize-Wijnhuize omcirkeld. Dit ontdekte zij op 27 maart 2025. Via het Erfgoedplatform Mook en Middelaar kwam 1 april 2025 dezelfde informatie boven water.
Het bijzondere is dat mijn vader begin januari 1945 ook nog is geëvacueerd naar dezelfde plaatsen te België. Aldaar hebben mijn moeder en vader elkaar leren kennen!!! Ze hadden het o.a. ook over het café aldaar 'De Zes Billekes’ en hoe armoedig, maar wel zeer behulpzaam men daar was.
Na de bevrijding in 1945 zijn ze weer naar een volledig verwoest Mook teruggekeerd. Mijn vader heeft jaren erna nog moeten revalideren (zie foto, genomen later in 1950 in het ouderlijk huis van mijn vader tezamen met mijn moeder en een aantal maanden oude zus). Na deze revalidatieperiode heeft bij de Fordgarage Terwindt & Hekking aan de Tooropstraat te Nijmegen gewerkt. Hij heeft zijn leven lang nog nierproblemen gehad en stierf op 59-jarige leeftijd op 20 oktober 1983 te Nijmegen in het Canisiusziekenhuis. Mijn moeder stierf op 95-jarige leeftijd op 17 november 2022 te Lent in Zorgcentrum Aaron.
Voor mij is mijn vaders oorlogsverhaal nu rond.