Bij het afscheid van de voorzitter van Limburgs Landschap in juli 1948 trokken de bezoekers naar Plasmolen. Daar kon men luisteren naar een uiteenzetting door de burgemeester van Mook over de grootse plannen voor zandafgraving in deze gemeente. Die plannen waren zo groots dat ook de landelijke pers er aandacht ging schenken. De wederopbouw was in volle gang. en daar kon het Mookse zand een belangrijke rol in spelen.
Tijdens de 4-daagse in Nijmegen, - waaraan 6584 wandelaars deelnamen, er op dag drie nog maar 6089 over waren en ’s avonds 96 anderen de strijd gestaakt hebben,- publiceerde De Volkskrant (30-07-1948) een uitvoerig artikel over de plannen om in Noord-Limburg industrieterreinen en recreatie-oorden aan te leggen. We beperken ons hier tot Mook en hebben het dus niet over Well. Hou bij het lezen in het achterhoofd hoe de actuele situatie is om te zien wat er allemaal van gerealiseerd is en wat niet. Duidelijk is wel dat uitvoering van deze plannen van grote invloed is geweest op de verdere ontwikkeling van de gemeente.
Baggermolens opereren in het land van de Maas
NOORD-LIMBURG KRIJGT INDUSTRIETERREINEN EN RECREATIE-OORDEN
Grootscheepse plannen om millioenen tonnen zand te exploiteren
Kanalenaanleg bij Well en Mook-Middelaar?
(Van onze correspondent)
MOOK MIDDELAAR, 29 Juli. “De N.V. Zand- en Grintexploitatie-Maatschappij Mook aan de Maas” heeft plannen om in de gemeente Mook-Middelaar ruim zestig millioen ton bergzand (voor de bereiding van beton en cement) te winnen uit gronden, die zowel door de gemeente als door de particulieren voor dit doel aan deze maatschappij zijn verkocht. Het ligt in de bedoeling met baggermolens van de Maas uit een kanaal landinwaarts te graven om deze millioenen tonnen zand bij Mook en Middelaar te bereiken. Door boringen in dit gebied heeft men bovendien zilverzand: een belangrijke grondstof, voor de glasindustrie, ontdekt.
(…) In Mook en Middelaar zullen drie meren de bestemming van natuurreservaat en recreatieoord krijgen. (…)
Het plan-Mook
De verkoop van zand naar België, waarheen het exportcontingent op rond 1 millioen ton ligt, brengt deviezen op. Ook het plan-Mook kan waarschijnlijk een voldoende kwaliteit zilverzand voor de Engelse en Belgische glasindustrie leveren. In die laatste jaren was de vraag van België naar zand vrij groot. Hoewel de binnenlandse prijs voor zand varieert van 50 tot 70 cent per ton, ligt de prijs voor België hoger: tot een gulden zelfs. Ook de vracht, die de schippers beuren (twee gulden tot tweevijftig per ton) wordt natuurlijk in deviezen betaald. De N.V. Land- en Grintexploitatie bij Mook aan de Maas heeft een tweeledig plan bij de bevoegde instanties ingediend, dat nog op goedkeuring wacht. Het is de bedoeling, ten Zuiden van Mook vanuit de Maas in Zuidoostelijke richting een kanaal te graven met baggermolens die tussen de rijksweg en de Maas ten Noorden van de weg naar Middelaar een oppervlakte van plusminus 40 hectare zandgrond tot op plusminus 15 meter diepte (het terrein is vrij vlak) zullen afgraven. Beneden de weg naar Middelaar, in de onmiddellijke nabijheid van het voormalige badhotel “de Plasmolen", zal een tweede “zandput" van plusminus zestig hectare worden aangesproken door de drijvende zandmolens. Over het kanaal, dat dwars door de weg naar Middelaar zal moeten worden gegraven om beide meren met de Maas voorlopig in open verbinding te brengen, moet een brug worden gebouwd. Bij Mook, ten Zuiden van de weg naar Groesbeek ligt een hoog heuvelgebied, waar reeds door de N.V. Zand- en Grintexploitatiemaatschappij Mook met draglines wordt gegraven. De vraag naar dit ongewassen zand is echter niet groot. Men heeft dan ook een voorlopig plan opgesteld, waardoor ook deze 50 hectare zandgrond (gemiddeld zeker vijftig meter hoog: vijftien meter onder en vijf en dertig meter boven de waterspiegel) met baggermolens kunnen worden afgegraven. Hiervoor zal dwars door de rijksweg Venlo-Nijmegen een kanaal moeten worden gebaggerd. Dit is een kapitale onderneming, die volgens deskundige schatting de aanleg van een overbrugging van plusminus f 800.000 zal meebrengen. Vijf en veertig millioen ton zand, een schatting, die aan de lage kant is, blijkt echter de begeerde buit en een waardige tegenhanger van de brug. Er kan volgens een gunstige berekening ook net zo goed 60.000.000 ton zand (of meer nog) zitten. Een juiste schatting is moeilijk te maken. Burgemeester H. de Mulder (de bekende oud-illegale werker “Bèr de Mulder" van de Noord-Limburgse illegale groep van de Vrijheid) van Mook-Middelaar, zal er voor waken, dat het agrarisch en toeristisch karakter van zijn gemeente niet wordt gestoord door grote industrie-vestiging, die na het afgraven van het zand bij Mook en Middelaar kans heeft te ontstaan. Het ligt echter in de bedoeling van de gemeente het natuurschoon te beschermen en het toerisme te stimuleren. Het “plan-Plasmolen" zal dan ook voorrang krijgen.
Een kleine twee weken later (12-08-1948) komt ook De Gelderlander met een uitvoerig bericht waarin niet wordt gesproken over de jonge burgemeester, maar wel het plan duidelijk wordt uitgelegd. En dat is nodig vindt de verslaggever want er wordt veel onjuist over geschreven. Ook wordt melding gemaakt van het feit dat het geheel opbrengsten oplevert voor de gemeente. Hoeveel dat wordt nog in het midden gelaten.
Plasmolen in oude glorie
MILJOENENPLAN VOOR ONTSPANNINGSOORD
Nieuwe toekomstmogelijkheden
Er is over de plannen van Mook-Middelaar tot graven van een kanaal, afgraving van zand en schepping van een ontspanningsoord de laatste tijd veel gesproken en helaas ook veel onjuist geschreven.
Tot juist begrip dient vooreerst te worden vermeld, dat het gehele plan voor Mook-Middelaar zal worden uitgevoerd in twee delen.
1e Graven van een kanaal van de Maas bij Mook parallel langs de Rijksweg naar Middelaar-Plasmolen, waar dit kanaal uitloopt tot een meer (Recreatie-oord).
2e (maar dit is van later datum) aanleg van een meer nabij de Mookerschans, dat als natuurreservaat zal worden ingericht.
Plan Middelaar
De lengte van het kanaal van de Maas naar de Plasmolen zal ongeveer 6 k.m. bedragen, in totaal circa 110 ha. Aan het eind wordt het kanaal tot een meer waarvan de lengte iets meer bedraag dan 2 1/2 km. En de breedte 1 km.
In de nabijheid van de Plasmolen wordt een natuurbad opgericht, terwijl tevens ruimte wordt vrijgemaakt voor weekendhuisjes. Het meer biedt bovendien een zeilruimte van 3 km. Ook wordt de aanleg van een openluchttheater overwogen, maar dit plan verkeert nog in het beginstadium. Men hoopt met het hele object, (..) binnen 6 jaar gereed te zijn. De weg Middelaar-Plasmolen loopt dwars door het meer. Dit maakt het bouwen van een brug aldaar noodzakelijk. Ook zal een brug worden aangelegd nabij de uitmonding van het kanaal in de Maas.
Afgraving en transport
Het spreekt vanzelf dat ook de gemeente Mook deelt in de winst, welke wordt gemaakt bij het verkopen van het zand op Belgische en Nederlands markt. Een en ander brengt de gemeente behoorlijk geld in het laatje.
Aan weerszijden van het kanaal zullen wegen liggen: één van Mook naar Middelaar, één van Mook naar de Plasmolen. De diepte van het kanaal zal 15 à 16 meter bedragen.
Het natuurschoon zal over het algemeen niet worden geschaad. Belangrijk is de aanwinst van grote hoeveelheden zilverzand voor de glasindustrie en betonzand. Immers in Nederland begint betonzand zo langzamerhand zeldzaam te worden. De rivieren raken uitgeput. De belangrijkste voorwaarde van fijne en groffe korrel door elkaar is hier aanwezig. Tevens werden pogingen ondernomen, om hier een kalkzandsteenfabriek te krijgen, speciaal voor binnenmuren en funderingen.
65 m boven A.P. zal onder Mook door de afgravingen een tweede meer ontstaan. De glooiing van strandrand zal ongeveer 200 meter bedragen in een omgeving van dennenbomen. In het midden hiervan – een poel – zal zich naar alle waarschijnlijkheid de groei ontwikkelen van zeldzame planten, waardoor het geheel zal worden tot natuurreservaat. Plan Middelaar is echter no 1.
De exploitatie-maatschappij zal aanvankelijk met 1 ton verlies moeten werken, alvorens de afgravingen winst gaan opleveren.
De plannen bereiken ook Het nieuwsblad voor Sumatra (03-12-1948), waarvan verslaggevers, samen met die van andere bladen, eind 1948 drie dagen lang door Nederland toeren op uitnodiging van het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Doel was om te zien hoe gebieden zich van de oorlogsverwoesting herstelden. Een van die gebieden was Limburg. De journalist is met name ook onder de indruk van het enthousiasme waarmee de jonge burgmeester over de plannen vertelt.
OORLOGSSPOREN VERDWIJNEN
De indrukken waren velerlei. Zij kunnen echter in twee groepen worden verdeeld: in datgene wat men te zien en in 'wat men te horen kreeg. Oog en oor vingen echter als quintessens deze verheugende werkelijkheid op, dat de wederopbouw gestadig vordert. Men heeft echter van zeer bevoegde en zeer verantwoordelijke zijde er voor gewaarschuwd, dat een al te rooskleurig verslag aan waarheid te kort zou doen.
Er is over de gehele linie een onmiskenbare vooruitgang te bespeuren; de sporen van het oorlogsgeweld zijn geleidelijk aan het verdwijnen en zelfs voor een zeer belangrijk deel reeds verdwenen. Dit valt vooral in Noord-Limburg op, waar de vluchtige reiziger dikwijls moeite heeft, zich voor te stellen hoe rampzalig daar luttele jaren geleden het leven der bevolking was: leven in puinspelonken en kippenhokken. Overal ziet men nu gloednieuwe huizen, hetzij morgen gereed of gisteren juist klaar gekomen. Wel steekt hier en daar een gemutileerde kerktoren zijn romp boven de daken uit, maar een eindje verder wordt met man en macht gebouwd aan een nieuw bedehuis en in al die plaatsjes, krioelt het van grote toekomstplannen.
Mook heeft Rivièra-ambities
Daar is bijvoorbeeld de gecombineerde gemeente Mook-Middelaar, welker jonge burgemeester - waarschijnlijk de jongste van heel Nederland - in een paar minuten tijds een onmetelijk project te voorschijn tovert, zó vermetel, dat men geneigd zou zijn het als een fantasmagorie te beschouwen: en toch is dit plan om hier een Nederlands Grasse te stichten, centrum van reukwarenindustrie, reeds op de grens der verwezenlijking. Er zullen geurige rozen worden gekweekt en ook rozenbottels, die tot voedingsmiddelen kunnen worden verwerkt met tienmaal zoveel vitaminegehalte als sinaasappelen en citroenen.
Daarbij gebeuren nog andere belangwekkende dingen in de gemeente van burgemeester De Mulder. De befaamde Mookerhei zal voor een klein gedeelte worden afgegraven; men wint er zand en grint van zulk een voortreffelijke kwaliteit, dat 't buitenland (met name België) er graag een goede prijs voor wil betalen. Dit betekent deviezen, maar er zit nog meer aan vast, want door deze afgraving zal een meertje ontstaan, waar - voor het eerst in Zuid-Oost-Nederland - de zeilsport zal kunnen worden beoefend. Mook droomt er van, een soort toeristencentrum te worden, waarop Nederland trots kan zijn. Mokenaren en Middelaarders zijn al druk aan het graven en in hun vrije tijd, op Zaterdagmiddagen, bouwen zij enthousiast aan een nieuwe kerktoren die het volgende jaar al klaar moet zijn.
Een prachtig verhaal om 1948 af te sluiten. Volgende keer verder in 1949. In dat jaar krijgt het plan meer contouren, worden de benodigde contracten getekend, wordt duidelijk wie er bij betrokken zijn en wat het oplevert voor de gemeente Mook en Middelaar.
Bron: Delpher.nl