Een stadse boerin in een dorp, 1949-1964 (vervolg van vorige week)
Truus Vos (93 jaar, ik mag Truus zeggen) heeft nooit erg gehouden van de sociale controle in het dorp; iedereen kende iedereen en het ‘geklep’ was niet van de lucht. Doordat zij vrij snel kinderen kreeg en een boerderij had die even buiten het dorp lag leefde het gezin een beetje geïsoleerd van de rest van het dorp. Het was hard werken van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Iedere week alle ramen lappen, koper poetsen, het grind ‘grieselen’ (harken) en regelmatig de gordijnen wassen met thee (om een roomkleur te krijgen). Er bleef dus niet erg veel tijd over om zich met dorpse zaken te bemoeien.
Zij hadden een modern boerenbedrijf voor die tijd; niet alleen was de boerderij zelf splinternieuw (gebouwd in 1948, de oude was tijdens de oorlog gebombardeerd), maar ook hadden ze met 20 koeien de eerste melkmachine van Limburg. Als die machine kapot ging en niet op tijd gemaakt kon worden moest er toch gemolken worden; dat gebeurde dan met de hand. En dat kostte veel tijd en moeite.
Begin 1950 was Truus pas bevallen van het eerste kind, een dochter. Toen die kleine een week oud was moest Piet (haar man) opgenomen worden in het ziekenhuis met een liesbreuk. Door alle drukte was de borstvoeding teruggelopen en zag de baby eruit als een ‘gestroopt konijn’, zei Truus; zo mager was het wicht. De huisarts adviseerde snel over te gaan op flessenvoeding. Mocht de baby dat niet pikken dan zou ze naar het ziekenhuis moeten om daar opgelapt te worden. Haar man, die dus naar het ziekenhuis ging voor opname kwam echter met kerende post terug want er was op dat moment geen plaats in het ziekenhuis. Samen hebben ze toen in het kraambed gelegen.
De kraamhulp was een bekende van de familie, dochter van een bollenboer uit Lisse. Zij kookte voor het gezin en moest een keer sjalotten halen voor het eten. Aangezien zij blijkbaar ook de Hongerwinter had meegemaakt merkte zij op dat er op stal wel een hoop tulpenbollen lagen maar dat ze geen sjalot kon ontdekken. Na enige hilariteit heeft zij deze ‘bollen’ toch nog weten te verwerken tot een smakelijke maaltijd.
(wordt vervolgd…..)