Barry Rooijakkers, voormalig ‘hoffotograaf’ van de dorpsraad, is 23 september overleden op 97-jarige leeftijd.
Barry was zeer bedreven in portretfotografie: mensen waren onder de indruk van zijn nauwkeurigheid, bijvoorbeeld hoe hij met licht en positie werkte om lichamelijke kenmerken te verdoezelen - zoals bij een meisje dat scheel keek, maar bij wiens foto dat ooggebrek niet zichtbaar was. Hij had een hele fotografische carrière achter de rug, maar bleef tot op hoge leeftijd actief in zijn vak. Bovendien hield hij van lekker eten want hij was een zeer trouwe gast van de maandelijkse buurtsoep in het LOP en van het Italiaanse restaurant Da Angelo in Molenhoek, en tevens vriend van de familie.
Ontluikende creativiteit
Barry’s liefde voor kunst begon al vroeg, waarschijnlijk op de lagere school. Toen hij zes werd, ontdekte men al snel zijn tekentalent - zijn werk hing regelmatig in de klas. Zijn creatieve vonk werd verder aangewakkerd door meester Wolfslag, zijn leraar van klas 3 tot 6. Deze meester schilderde aquarellen en fotografeerde, en nam Barry geregeld mee op de fiets om samen te tekenen. “Fantastische man,” noemde Barry hem altijd.
Maar niet iedereen was blij met zijn artistieke ambities. Zijn opa – naar wie Barry zelfs vernoemd is – had hem liever als priester gezien. Toen Barry aangaf daar totaal geen interesse in te hebben, viel dat rauw op opa’s dak. Het geloof zei Barry niks, en dat leidde tot een pijnlijke breuk. Vanaf dat moment weigerde opa nog met hem te praten – zodra Barry binnenkwam, stond opa op en liep weg.
Barry in Engeland – Van schoolbanken tot klusjesman
Na de lagere school belandde Barry midden in de Tweede Wereldoorlog op de HBS. Geen makkelijke tijd: er waren razzia’s, luchtalarmen en steeds minder klasgenoten - vooral Joodse kinderen verdwenen. Lessen vielen uit, en zijn eindexamen in 1945? Dat kwam er helemaal niet aan te pas: diploma zonder toets.
Na de oorlog fietste Barry van Leiden naar Den Haag voor een studie grafische vormgeving aan de kunstacademie. Maar op een willekeurige zaterdagochtend zei hij plotseling aan het ontbijt: “Ik zou wel eens naar Engeland willen.” Zijn vader keek zijn moeder aan, zei: “Pak zijn koffertje, ik regel het geld,” en voor Barry het wist, zat hij op de nachtboot naar Harwich. Op naar het avontuur!
Zondagochtend, Piccadilly Circus, Londen. Barry wist van niks, dus liep hij een pub binnen voor een biertje. Daar ontmoette hij een Engels stel dat zijn ‘steenkolenengels’ opving. Ze raakten aan de praat, vonden zijn plan om zomaar naar een jeugdherberg te gaan nogal onverantwoord, en boden aan dat hij een paar dagen bij hen mocht logeren. Voorwaarde: zodra ze iets voor hem geregeld hadden, moest hij weer op eigen benen staan.
Na vier dagen had de man inderdaad wat gevonden: een klus als manusje-van-alles bij een reclamebureau. Barry timmerde, schilderde, sjouwde en leerde vooral ontzettend veel. Een jaar lang zat hij daar tussen de creatieve geesten. Zijn opleiding aan de academie heeft hij later alsnog afgemaakt, met extra lessen bij diverse docenten.
Barry’s militaire carrière – Van dienstweigeraar tot vliegende fotograaf
Na een jaar Engeland keerde Barry op oudejaarsdag terug naar Nederland, waar hij meteen werd aangehouden door de marechaussee. Blijkbaar had hij tijdens zijn verblijf in Engeland een oproep voor militaire dienst gemist – oeps! Met een vrij vervoerskaartje werd hij naar huis gestuurd en kort daarna moest hij zich melden bij de luchtmacht in Bussum.
Daar begon zijn militaire avontuur pas echt. Na drie weken werd hij bij een officier geroepen, die hem testte met een creatieve opdracht: “Hoe zou je dit fotograferen?” Barry gaf een eerlijk (en kunstzinnig) antwoord, en dat maakte indruk. Niet veel later werd hij overgeplaatst naar de Frederikskazerne in Den Haag, en van daaruit naar het hoofdkwartier van de Generale Staf van de luchtmacht in Scheveningen.
Bij de voorlichtingsdienst werkte hij 3,5 jaar, of zoals Barry het noemde: “3,5 jaar feest”. In het begin had hij nog nooit een filmrolletje goed in een camera gekregen, maar al snel draaide hij mee als fotograaf en verslaggever. Hij reisde het hele land door, vloog regelmatig mee met de luchtmacht, en schreef artikelen voor het maandblad De Vliegende Hollander.
Scheveningen voelde als thuiskomen. Als er feest was, bracht Barry’s vader (slager van beroep) ’s ochtends een schaal met heerlijke hapjes mee, die Barry in zijn doka klaarzette voor de collega’s. Barry was daar al snel een geliefd figuur.
Na zijn diensttijd regelde zijn werkgever een baan op Schiphol, waar Barry zich bezighield met luchtfotografie. Hij legde o.a. de tewaterlating van schepen en de dijkdoorbraak van 1953 vast - goed voor duizenden vlieguren. Maar toen zijn vrouw in verwachting raakte, koos Barry voor zijn gezin. Hij stopte met vliegen… en stond ineens zonder werk.
Terug in de burgermaatschappij – Van koffie in Leiden tot pensioen in stijl
Kort na zijn diensttijd liep Barry in Leiden toen hij plots op de schouder werd getikt: het was zijn oud schoolmeester Wolfslag. Die had inmiddels een fotohandel en bood Barry meteen een baan aan. Een gelukje, want Barry zat net zonder werk. Hij werkte er met plezier en haalde zijn diploma fotohandel, maar het salaris bleef achter. Wolfslag hielp hem zelfs aan een nieuwe baan bij Boonen & Co in Amsterdam, waar Barry 12,5 jaar werkte, zich specialiseerde in fototechniek en workshops gaf.
Na een maagzweer en een lullige opmerking van zijn baas, nam hij direct ontslag. Gelukkig kon hij via een vriend aan de slag bij Odin, een fotografiebedrijf in Nijmegen, importeur van Leica (fototoestellen). Hij gaf cursussen, werkte zelfs in Zwitserland en deed marktonderzoek in de VS en Canada. Volgens Barry leerde hij daar meer dan op welke opleiding dan ook.
Toen Odin failliet ging, nam Fuji het over en Barry werkte daar tot zijn zestigste. Door de opkomst van digitale fotografie werd hij overbodig, maar kreeg zijn salaris én auto tot pensioen.
Na twee weken thuis belde Capi op, een fotoketen met 21 vestigingen in Nederland: of hij hun winkel op Eindhoven Airport wilde runnen. Vijf jaar deed hij dat, tot zijn pensioen - waar hij tientallen jaren van heeft genoten
Altijd vakman – Barry bleef scherp
Barry trouwde in 1951, direct na zijn militaire dienst, en was bijna 60 jaar gelukkig getrouwd. Zijn vrouw werkte freelance als inkoopster van beddengoed. Ze kregen twee kinderen en verhuisden meerdere keren, uiteindelijk belandden ze in Molenhoek. Toen zijn vrouw ziek werd, bezocht Barry haar elke dag tot haar overlijden in 2009.
Ook na zijn pensioen zat Barry niet stil. Hij archiveerde zijn hele carrière en schafte de nieuwste digitale fotoapparatuur aan. Zelfs op hoge leeftijd bleef hij experimenteren en verbeteren. Zijn motto: "Niet wachten op inspiratie, maar zelf in actie komen."
Barry heeft een indrukwekkend fotografisch palet opgebouwd: van lucht- en portretfotografie tot sporenfotografie, waarbij hij zelfs de politie hielp inbrekers te herkennen. De laatste jaren richtte hij zich op stillevens, met abstracte en creatieve invalshoeken. Een echte vakman, wiens werk en passie we nog lang mogen bewonderen.
- Tekst: Piet Roberts, foto's: José van de Weide -
__________
< Terug naar homepage Dorpsraad Molenhoek.
< Naar de agenda van de dorpsraad.