Frank Dillerop is met zijn 34 jaar de op een na jongste van de drie kersverse wethouders in onze gemeente. Zijn portefeuilles zijn onder andere sociaal domein, werk, inkomen, economie, toerisme, recreatie, onderwijs, sport, cultuur.
“Mag ik jullie wethouder worden?”
Dat vroeg Frank Dillerop afgelopen voorjaar tijdens de gemeenteraadsverkiezingen aan de inwoners. Zo’n open en directe vraag is heel tekenend voor hem. Frank was al sinds 2018 lid van de gemeenteraad voor de PvdA. En het leek hem een eer om te zorgen dat plannen die de raad maakt ook echt uitgevoerd worden. Dus toen hij gevraagd werd of hij in principe voor de PvdA wethouder wilde worden, greep hij die prachtkans.
Zijn kandidatuur als wethouder was geen onbezonnen stap. Echtgenote Els en hun drie dochters, staan helemaal achter hem. Frank en Els leerden elkaar kennen tijdens hun studie in Nijmegen. Ze trokken er toen al in de weekenden samen op uit naar Mook en omgeving om er te wandelen of te kanoën. Ook Els is politiek actief. Het stel kreeg na hun afstuderen al jong kinderen. “De meiden gaan hier naar de opvang, naar school en naar clubs. Ons gezin is helemaal geworteld in de Mookse samenleving.”, aldus wethouder Dillerop.
Politiek actief
Zijn hart lag al jong bij de politiek en bestuur. Zo koos hij op de middelbare school Maatschappijleer als eindexamenvak, en ging hij verder met de studie Bestuurskunde. “Maar dat bleef me toch teveel theoretisch redeneren, ik werk liever direct met mensen. Ik stapte over naar de HBO Verpleegkunde en werd verpleegkundige in het Radboud UMC”.
Daar zette Frank zich ook op beleidsniveau in voor patiëntgerichte zorg. Hij werd lid van de Centrale Ondernemingsraad van het Radboud UMC, en kort daarna vice-voorzitter. “Patiënten zijn geen nummers maar mensen.”
Wisseling van baan
De overgang van de handen aan het bed naar de vergadertafels in het gemeentehuis is voor Dillerop minder groot dan het lijkt, vertelt hij. “Als vice- voorzitter van de Centrale ondernemingsraad van het Radboud ziekenhuis was ik ongeveer al de helft van mijn werktijd in bespreking. En ook in de rol van wethouder is communiceren met mensen het gros van het werk.”
Over zijn eerste ervaringen in en buiten het gemeentehuis is hij heel positief. “Het is heel gevarieerd werk. Ik heb nog meer contact met inwoners dan ik vooraf gedacht had. En de samenwerking in het college is open en prettig. We doen het echt samen en we delen bijvoorbeeld het belang dat we hechten aan het verenigingsleven. We hebben de overtuiging dat clubs het cement zijn van de lokale gemeenschap. Dat heeft denk ik met de omvang van onze gemeente te maken. Er zijn hier heel veel sociale verbanden, men kent elkaar. “
Ambitie
“Het sociaal domein in de gemeente staat er goed voor”, vertelt de nieuwe wethouder opgewekt. “Als kleine gemeente werken we in verschillende regioverbanden aan de Jeugdzorg, aan de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en aan Werk en Inkomen. Zo kan onze kleine gemeente zijn verantwoordelijkheid voor die grote dossiers toch waarmaken.
Maar het is super belangrijk om te blijven kijken of je wel iedereen bereikt. Als het gaat om armoede wil Ik heel gericht te werk gaan. We kunnen het geld immers maar een keer uitgeven en dat moet op de plekken komen waar het het hardste nodig is, dus bij de allerkwetsbaarsten. Daarom ga ik in gesprek met de schooldirecteuren in de gemeente om scherp te krijgen of er in hun school soms kinderen zonder ontbijt of met honger naar school komen. En zo ja hoe we die ouders dan het beste kunnen helpen.
Want ja, er is armoede, ook in onze gemeente. Tegelijkertijd hebben we hier in vergelijking met de gemiddelde andere Nederlandse gemeente de helft minder mensen die leven van 120 procent van het bestaansminimum. We willen juist de mensen die heel hard financiële of andere ondersteuning nodig hebben in beeld krijgen. Bijvoorbeeld via de woningcorporatie en via energieleveranciers. Of via andere sleutelfiguren. Dan kun je zo gericht mogelijk te werk gaan.
Ik roep dan ook op: Mensen meld je als het financieel echt niet meer lukt, schaam je dan vooral niet, de deur staat bij mij open!”
Resultaten
Opgegroeid in Friesland kreeg hij een no nonsense mentaliteit mee. “Ik ben niet van lang ergens over praten, ik stel al snel de vraag ’wanneer gaan we dat doen’. Het frustreert me soms als zaken niet sneller kunnen. Ik begrijp dat gevoel dan ook goed bij inwoners, bijvoorbeeld als ze een idee hebben en het niet, of niet direct, gerealiseerd kan worden. Je zit als gemeente vaak vast aan regels, verordeningen of landelijke wetgeving.
Aan de andere kant kunnen we, ook al zijn we een kleine gemeente, toch invloed uitoefenen via de gemeenschappelijke regelingen waar we aan deelnemen in Gelderland Zuid en Limburg Noord. Zoals bij de GGD en bij Veilig Thuis, toerisme en recreatie. Doordat we in twee provincies aan tafel zitten leren we van twee regio’s en kunnen we ideeën overbrengen en bijdragen aan resultaten.
Centrale vragen
“In mijn portefeuilles is de centrale vraag: hoe zorgen we ervoor dat iedereen in onze gemeente mee kan blijven doen. Hoe kan iedereen genieten van regelingen, zorg, onderwijs, sport, recreatie en cultuur?
We willen als college en raad samen met inwoners het voorzieningenniveau tenminste op peil houden. Het is geweldig om te zien dat velen in de gemeenschap zich daar voor inspannen. Zo ben ik bijvoorbeeld heel trots op het Erfgoedplatform, dat onlangs een fietsroute langs al onze gemeentelijke monumenten heeft georganiseerd. En zo zijn bijvoorbeeld ook onze (toeristisch) ondernemers van groot belang. Ik sta altijd open voor een gesprek met al die ‘dragers’ van onze gemeenschap.
Ik hoop als wethouder voor het sociale domein vooral dat we blijven omzien naar elkaar!”, besluit Frank Dillerop .
Tot slot
Het was mooi kennismaken met deze zeer openhartige enthousiaste wethouder. Iemand die met gezond verstand en goed gevoel het gesprek met mensen aan gaat, en er op gericht is om resultaten voor inwoners te halen.