Op de afgesproken tijd bel ik aan bij Janny in de Passionistenstraat. Als zij opendoet staat er een kwieke 80-jarige dame in de deuropening. Zij oogt als een jonge 70-er, dus zeker niet zo oud als haar geboortedatum aangeeft. Zij oogt niet alleen vlot maar praat ook als zodanig. Een kop koffie, een koekje en een eerste vraag zijn voldoende om Janny haar levensverhaal te laten vertellen.
Zij is als Janny Broer geboren in 1939 in Alphen aan de Rijn waar haar vader melkboer was. De melk werd betrokken van de Campina melkfabriek, werd aangevoerd met boten en vervolgens overgeheveld in bussen van 40 liter; die moesten op een kar worden geladen en dan ging vader met de kar (met 4 bussen) langs de deuren. Aan die bus of tank zat een kraantje. Daar werd een kan onder gehouden en bij de mensen gebracht of voor de deur gezet. De melk kostte in die tijd een dubbeltje of 20 cent de liter. In het midden van de kar stonden flessen met papsoorten. In de winter werden moltondekens rond de melkbussen gewikkeld om de melk niet te laten bevriezen. De kinderen mochten ook meehelpen en als ze dat een tijdje hadden gedaan en ze hadden hun best gedaan mochten ze na Nieuwjaar met vader mee om de klanten een goed Nieuwjaar te wensen, want dan kreeg je wat geld.
Het gezin bestond op een gegeven moment uit 11 kinderen, waarvan Janny de 4e was. ‘Als het wiegje van de zolder werd gehaald dan was het weer zover’, zegt Janny. Toen moeder in verwachting raakte was tezelfdertijd haar schoondochter, de vrouw van de oudste broer van Janny, ook in verwachting. Toen zij 14 jaar was werd haar jongste broer geboren.
Het huis in de Hortensiastraat bestond uit 2 slaapkamertjes en een zolder. Naast alle kinderen woonde oma ook nog in. Na een aantal jaren is de familie verhuisd naar de Bloemhofstraat (om het hoekje); het huis was iets groter, maar had geen achterom. Met de fiets door de gang dus. Janny (toen 18 jaar) heeft het via de huisbaas gedaan gekregen dat er een poortje werd gemaakt voor een achterom.
Begin jaren 50 zat Janny in de 2e klas van de huishoudschool. In dat jaar ging ze van school af omdat moeder ziek was ; leraressen van de huishoudschool kwamen thuis kijken hoe Janny haar jongste broertje in bad deed en hem verzorgde.
Toen ze 20 of 22 jaar was is ze ook dienstmeisje geweest bij de familie Samsom. Zij hadden een bekende drukkerij en uitgeverij in Alphen a/d Rijn die in de jaren 80, na allerlei fusies, is overgegaan in het huidige Wolters Kluwer. Daar heeft ze het heel erg goed gehad, zegt ze; ze was soms dacht en nacht in dienst, vooral als de hele familie of mevrouw Samsom weg was. Wat ze vooral deed was naaien voor de hele familie b.v. wiegen bekleden en bruidsjaponnen maken. Deze ambachtelijke bezigheden had Janny zichzelf aangeleerd.
Toen Janny 24 jaar was leerde zij Jaap Verdonk kennen via een kennis van de familie Samsom. Hij was in Zaandam geboren op 11 juni 1935 en de enige zoon van Jan Verdonk en Helena Keyzer. Het was liefde op het eerste gezicht. In haar verkeringstijd werd ze erg verwend door haar schoonmoeder. Die vond haar veel te mager en zij moest dus goed eten als ze in Molenhoek kwam; zij kreeg dan bijvoorbeeld flinke karbonaden voorgeschoteld.
Ook Jaap verwende haar natuurlijk; hij bracht haar elke zondagavond van Molenhoek naar Alphen a/d Rijn terug in zijn rode MG.
Toen ze na haar huwelijk in 1965 met Jaap hier kwam wonen op (of is het aan?) de Middelweg kregen ze in het begin cadeaus van allerlei middenstanders die aan de deur kwamen, zoals de bakker, de groenteman en de melkboer. Omkoping dus om vooral klant te worden. Om de familie van vlees te voorzien was zij aangewezen op twee slagers, die allebei in Mook waren gevestigd (De Vocht en Mulder); de een mocht hen de ene de ander de andere week van het nodige vlees komen voorzien.
In het huis aan de Middelweg groeiden ook hun kinderen Heleen (1966) en Jan Jaap (1969) op. Aan de voorkant van hun huis keken zij uit op de Vexma (hoek Hoeveveld-Lindelaan), de fabriek die asfaltvloeren en parkeerdaken maakte (gesloten in 1987). Als ze langs de Vexma keken hadden ze uitzicht op de Heumensen Schans. Dat uitzicht zou altijd blijven werd gezegd, maar na een aantal jaren werden de eerste huizen van Hoeveveld gebouwd.
Janny en Jaap hebben 4 ½ jaar op de Middelweg gewoond en moesten de 2000,- gulden subsidie die ze voor hun premie A-woning hadden ontvangen terugbetalen. Na de dood van (schoon)moeder Lena Verdonk-Keyzer in 1970 verhuisden zij naar huize Linquenda op de Stationsstraat, het prachtige huis dat de ouders van Jaap in 1958 hadden gekocht. Achter het huis hebben ze een woning laten bouwen voor de vader van Jaap. Mantelzorg avant la lettre dus. Daar heeft hij nog 6 jaar gewoond. In 1976 overleed hij op 72 jarige leeftijd. Hij zei altijd dat als hij 65 zou worden hij met moeder leuke dingen zou gaan doen. Dat is er niet meer van gekomen. Uitstellen is niks, volgens Janny.