Nadat de wichelroedeloper aan de slag is geweest en plaatsen heeft aangeduid waar op redelijke diepte water moet zitten, wordt de proef op de som genomen. Boer Wolters laat er geen gras overgroeien. Hij wil wel een pomp.
Tien dagen na het verschijnen van de publicatie over het optreden van de wichelroedeloper op 12-03-1954, trotseert de verslaggever van de Arnhemsche Courant de kou en kijkt een dag lang toe hoe een poging wordt ondernomen om met een puntstuk een bron aan te boren voor een waterpomp. De wichelroedeloper is zo zelfverzekerd dat hij de kosten voor zijn rekening neemt mocht het niets opleveren. De krant doet geen moeite de spanning erin te houden door in de kop al aan te geven dat het slaan van de pomp mislukt is. Geen water dus. De betrouwbaarheid van een wichelroedeloper is in ieder geval op die dag op de Biesselt niet bewezen, als het al ooit bewezen kan worden. Het naschrift, gebaseerd op wikipedia, geeft er blijk van zeer grote twijfels daarover te hebben.
Onderstaand verhaal leert u, mocht u dat niet weten, hoe je een puntstuk de grond in krijgt en dat je aan een wichelroedeloper niet veel hebt. Zou het echt aan de leemlaag hebben gelegen?
De Arnhemsche Courant van 23-03-1954 doet verslag.
EEN MISLUKTE WATEREXPEDITIE NAAR DE BIESSELT
Proefboring stuitte af op leemlaag in de grond
Op de Biesselt woont, zoals U uit onze vorige artikelen weten kunt, een boer, de heer J. Wolters. Deze heeft, zomin als die andere boeren, water, maar zou dit wel graag willen hebben. Dan is daar de heer G. H. Willemsen, wichelroedeloper en magnetiseur te Nijmegen, die bij de boerderij van de heer Wolters water signaleerde op 9 - 11 meter diepte. En die het zich tot een erezaak heeft gemaakt, dat de boeren op de Biesselt water krijgen, door middel van pompen, die bij hun boerderijen geslagen zullen moeten worden. U weet echter dat de boeren al net zijn als andere mensen: die gaan niet over een nacht ijs en zo moest de heer Wolters er nog eens over denken of hij een pomp zou laten slaan of niet. Dat denken was echter niet meer nodig, toen de heer Willemsen hem het voorstel deed: als er bij de proefboring bij Uw boerderij geen water komt, betaal ik die proefboring, als er wel water komt, betaalt U.
Op deze basis van no cure, no pay, net als bij de bergingen op zee, zijn beide partijen met elkaar in zee gegaan. En zo zijn wij op een van die ijzig koude dagen van dit najaar opnieuw naar de Biesselt getogen om van deze proefboring, die voor de boeren in deze streek van zoveel betekenis kon zijn, getuige te zijn. Dat er onder de boeren voor dit evenement zeer grote belangstelling bestond, laat zich denken. Maar laten we er meteen maar bijvertellen, dat het experiment mislukt is als gevolg van kleilagen welke zich in de bodem bevinden. Niettemin bleef de proefneming zelf er niet minder interessant om.
Het slaan van een pomp
Misschien dat U, evenmin als wij zelf, ooit bij het slaan van zo’n pomp aanwezig bent geweest en dat het U interesseren zal hoe men dat doet. Het begin vormt het z.g. puntstuk, een naam die zeer toepasselijk is voor een stuk holle buis, dat van onderen van een formidabele ijzeren punt voorzien is. In dit stuk holle buis zitten gaten en het geheel is ontwikkeld met, laten wij maar zeggen, een hoes met zeer fijne gaatjes. Dit puntstuk wordt als eerste geplaatst in het gat van zo ongeveer anderhalve meter diep, dat de pompenmaker tevoren in de grond graaft. Op dit stuk buis wordt dan het volgende stuk holle buis geschroefd, waarin echter geen gaten meer zitten. Dat stuk buis is zo ongeveer 1,20 meter lang. Nu begint het eigenlijke slaan van de pomp. Men laat n.l. telkens, via een soort miniatuur heistelling, een zwaar ijzeren gewicht boven op die buis vallen, waardoor deze hoe langer hoe dieper de grond in gaat. Is hij helemaal in de grond verdwenen, dan wordt de volgende buis erop geschroefd en zo vervolgens, tot het water bereikt is. Men schijnt echter met deze wijze van pompen slaan slechts tot een diepte van 12 à 14 meter te kunnen komen. Moet men het water dieper aanslaan, dan moet er naar wij menen geplust worden, maar wat dat is weten wij niet en daar wij hier geen handleiding schrijven in het pompen slaan, blijft die vraag maar onbeantwoord. Indien dan op een bepaalde diepte water bereikt wordt, dan doet dat puntstuk zijn dienst. Uit de aangeboorde waterlaag kan het water natuurlijk door de in het puntstuk aangebrachte gaten in de buis komen, waarbij de hoes als filter fungeert, zodat het water niet door zand verontreinigd wordt.
Lijdensweg
Al aanstonds na de eerste slagen met het heiblok bleek, dat deze boring wel een lange lijdensweg zou worden. Bij een normale boring zakt de buis bij elke slag van het heiblok ongeveer 1 centimeter. Dat is voorwaar langzaam genoeg. Maar zo langzaam als bij deze boring waar wij bij tegenwoordig waren, is het ongetwijfeld nog nooit toegegaan. Zo op het oog zakte die buis zelfs geen sikkepit en alleen door een vast punt in het oog te houden, kon je afleiden dat die klappen met heiblok toch niet helemaal vergeefs waren. Maar het werk vorderde naar het ons voorkwam, toch met geen groter “snelheid” dan een millimeter per klap! Volgens de smid, die onder deze tegenslag de onverstoorbaarheid zelve bleef, was de oorzaak van dit langzame zakken te zoeken in het feit, dat men op een leemlaag was beland. Zo'n laag kan zo hard zijn als ijzer en het viel natuurlijk niet mee om hier het puntstuk doorheen te drijven.
Tergend langzaam gingen de buizen achtereenvolgens de grond in en dat er heel wat uurtjes verstreken waren eer een diepte van 7.20 meter bereikt was, laat zich denken. Al die tijd deden de smid en zijn helper niet anders dan het blok ophalen en weer laten vallen in een en dezelfde monotone cadans, met als enige afwisseling het af en toe aanschroeven van een nieuwe buis. U zult zich misschien wel kunnen voorstellen dat wij op den duur het kijken naar deze bezigheid nog eentoniger vonden dan het werk zelf. Voor geen geld van de wereld zouden wij dan ook pompenslaande smid willen zijn! Zo verstreken de uren tot dan eindelijk die pompenmaker een visje uitwierp in de vorm van een peillood aan een lang touw, dat in de buis werd neergelaten. Toen het weer was opgehaald, bleek de bereikte diepte 7.20 m. te zijn maar het lood zelf was nog zo droog als kurk, bewijs, dat er geen water onder in de buis zat. Weer ging het heien door en nadat er nog oen buis was opgezet, werd opnieuw gepeild: 8.26 meter, maar geen water. Een volgende peiling, op 9.40 meter ……., had hetzelfde negatieve resultaat.
Intussen was de diepte waarop de wichelroedeloper water voorspeld had, bereikt! Maar intussen was ‘t ook half zes geworden en na van ‘s morgens negen uur op die ijskoude Biesselt heen en weer gepionierd te hebben, vonden wij het welletjes! Temeer omdat wij er toch al geen fiducie meer in hadden dat er hier water zou worden gevonden. Later hebben wij gehoord, dat men nog tot op 13 meter geboord leeft, maar met negatief resultaat. Zo is dus deze eerste proefboring op de Biesselt op een fiasco uitgelopen. Of de wichelroedeloper verkeerd voorspeld leeft? Wij zouden dat niet durven te zeggen. Want het schijnt bij die schattingen van wichelroedelopers zo te zijn, dat bij de diepte die zij opgeven, eventuele leemlagen niet meegerekend worden. En leem zat er hier inderdaad genoeg. Intussen geeft de heer Willemsen zijn pogingen om de boeren op de Biesselt water te verschaffen, niet op en wij zullen er dus nog wel meer van horen.
Bijschrift bij foto 2:
Hier zien wij de smid, de heer Van Langen uit Overasselt, bij het begin van het karwei. Hij staat op het punt om het puntstuk in het uitgegraven gat te laten zakken.
Bron: Delpher.nl
Naschrift:
Dat de bevinding van de wichelroedeloper geen resultaat oplevert is niet zo vreemd. Uit gecontroleerde dubbelblinde experimenten (dat wil zeggen dat zowel de persoon met de wichelroede als de persoon die de test afneemt, niet weet waar het doel is en dat dit ook niet anders waar te nemen is) lijkt naar voren te komen dat mensen die menen succes te hebben in het veld, onder gecontroleerde omstandigheden niet betere resultaten halen dan verwacht kan worden door kansberekening.
Het is dus vergelijkbaar met kwakzalverij (bron: Wikipedia).
Zie eerdere verhalen over de drinkwaterproblemen op de Biesselt:
https://maasburen.nl/berichten/drinkwaterproblemen-in-de-bisselt
https://maasburen.nl/berichten/in-de-biesselt-smacht-men-naar-water
https://maasburen.nl/uitgelicht/wichelroedeloper-ontdekt-water-op-de-biesselt