Sinds mei dit jaar heeft de Dorpsraad een nieuwe kapitein aan het roer: een ‘hij’ in plaats van een ‘zij’. Ondanks dat hij en zijn vrouw nog niet lang in ons dorp wonen, hebben ze al volop energie gestoken in hun nieuwe rol. Ze zijn beide actief en vastbesloten om een waardevolle bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van ons mooie dorp.
Jeugd in Doorn
Alf (Alphons) Vermeulen, geboren in 1960 in Doorn, Utrecht, bracht hier zijn eerste jaren door. Zijn vader, een Rotterdammer, startte na de Tweede Wereldoorlog een bedrijf in oliën voor machinale metaalbewerking. De vraag naar snijolie en boorolie was groot toen de economie weer op gang kwam. De garage werd gevuld met vaten olie die hij afleverde aan metaaldraaierijen .
Zijn moeder, een Keulse die het einde van de oorlog als bijzonder ervoer—ze kreeg ‘s ochtends chocolade van een Wehrmachtsoldaat en ‘s middags kauwgum van een Amerikaan—was huisvrouw. Samen vormden ze een hecht gezin in een tijd van wederopbouw.
Een merkwaardige combinatie van nationaliteiten zou je kunnen zeggen, zo vlak na de oorlog. Moeder heeft zich echter nooit erg thuis gevoeld in Doorn, zij sprak met een duidelijk accent, onmiskenbaar een Duitse en dat werd in die tijd in Doorn niet echt als een voordeel beschouwd. Daarenboven hadden de vader en moeder van vaders kant vanaf dag 1 van het huwelijk hun intrek genomen in een pand dat aan de ouderlijke woning van Alf vastzat.
Vader en moeder Vermeulen, samen met Alf en zijn zus Ellen, woonden tot 1968 in Doorn. Schoonmoeder/buurvrouw drukte een stempel op het jonge gezin; ze namen een beetje bezit van de kleine Alf hetgeen zijn moeder helemaal niet leuk vond. Daardoor hadden vader en moeder af en toe woorden met elkaar. Zijn ouders gingen op zoek naar een stuk bouwgrond in een gebied waar de mensen wat gezelliger, “Duitsvriendelijker” waren en vooral in de hoop en verwachting dat oma en opa dit keer niet mee zouden gaan.
Verhuizing naar Mill
Het gezin verhuisde in 1968 naar het dorp Mill, tegenwoordig gelegen in de gemeente Land van Cuijk. Enerzijds vanwege de gevoelens van en jegens moeder, anderzijds was het dus ook een vlucht voor de (schoon)ouders. Daar konden ze een stuk grond kopen en bouwden een splitlevel woning. Opa en oma verhuisden zoals gehoopt, niet mee. Ook hier stonden de vaten olie in de garage, klaar voor levering aan de klanten.
Vader vroeg Alf af en toe of hij niet geïnteresseerd was om het familiebedrijf over te nemen. Maar Alfs enthousiasme voor olie was niet zo groot. Natuurlijk vond hij techniek cool en vond hij het leuk om met vader naar klanten te gaan en te zien hoe machines draaiden, maar olie? Het idee om zijn toekomst in vaten olie te stoppen leek hem toch niet zo spannend. Dus, in plaats van de oliewereld in te duiken, ging hij op zoek naar iets dat – in zijn ogen - wat toekomstbestendiger was.
Basisschool
Alf heeft de eerste twee klassen van de lagere jongensschool in Doorn doorlopen en de andere klassen in Mill. Mill was toentertijd een gesloten boerengemeenschap en alles wat daar binnenkwam, werd met argwaan bekeken. De familie Vermeulen bestond dus uit een soort aliens die spraken met een harde ‘G’, die daar ook nog kwamen wonen in een opvallend huis.
Je snapt natuurlijk wel wat er met Alf op school gebeurde. Hij werd gepest. Alles wat hij bij zich had, werd kapot gemaakt. Vooral de fiets moest het ontgelden. Op het schoolplein werd hij meermaals in elkaar geslagen door een groepje jongens. Daar werd in die tijd niets aan gedaan. Vader zei dat als het nog een keer gebeurde hij maar terug moest meppen. Voor een blauw oog zou hij 10 gulden krijgen en voor een bloedneus 1 gulden. Dus heeft Alf een keer terug geslagen, maar al met al was het toch een vervelende situatie op school.
Middelbare school
Alfs schoolcarrière nam een positieve wending toen hij naar de middelbare school ging. Weg uit Mill, richting het bruisende Boxmeer, naar het Elzendaalcollege (1972). En daar, dames en heren, gebeurde het: de ontdekking van een levensvorm die hij alleen uit sprookjes kende – meisjes. ‘Het was de eerste keer dat ik ze in het echt zag,’ mijmert Alf. Een wereld ging voor hem open.
Alf was een goede VWO-leerling, een bèta-jongen, maar diep van binnen had hij een liefde voor talen. Toch, met een bèta-achtergrond kon je alle kanten op, dacht hij.
Universiteit
Toen hij zo’n 17 of 18 jaar was, had hij echter geen flauw idee wat hij na de middelbare school wilde gaan doen. Herkenbaar? Zijn vader wist wel raad. Die had zijn zinnen gezet op een toekomst voor Alf vol klinkende munt en een rooskleurige carrière in de tandheelkunde. ‘Tandarts, dat moet je worden,’ klonk het thuis. Alf, braaf als hij was, volgde het advies van zijn vader op en toog naar Nijmegen om tandheelkunde te studeren.
Drie jaar lang heeft hij zijn tanden in die studie gezet – of in ieder geval geprobeerd. Het eerste jaar ging nog, met een beetje doorzetten. Het tweede jaar? Daar liep hij vast. Niet omdat hij het cognitieve niet aankon, nee, dat ging prima. Maar al dat gepriegel op de vierkante millimeter? Het gefriemel met minuscule instrumenten. Dat lag hem niet. Op een dag werd hem vriendelijk doch dringend aangeraden eens rond te kijken naar een andere, meer passende studie. En zo geschiedde.
Alf verruilde de boortjes voor boeken en begon met drie jaar vertraging aan een studie rechten. En raad eens? Dat ging als een trein. In 1986 studeerde hij af in Internationaal privaatrecht, het (toen nieuwe) Burgerlijk Wetboek en huwelijksgoederenrecht. Wat je zegt: beter laat dan nooit!
Studentenleven
Alfs studententijd was een beetje zoals een boek zonder spannende plotwendingen: hij heeft zijn studietijd thuis doorgebracht. Geen wild studentenleven voor hem, geen feesten tot in de vroege uurtjes, maar iedere dag zat hij op zijn brommer – later in zijn auto – om van Mill naar college te rijden. Zonder de vrijheid die je normaal gesproken met student-zijn associeert.
Het blijkt dat hij tot aan zijn huwelijk flink onder de plak zat bij zijn ouders. Thuis was het nooit een kwestie van "vrij, vrij, vrij." Nee, zijn vrije tijd vulde hij met klusjes en het helpen van zijn vader, Alf was altijd in de weer. Zijn leven leek meer op dat van een zorgzame zoon dan op dat van een onbezorgde student.
Verkering
Alfs zus "deed Schoevers," zoals men in die tijd zei. In 1982, tijdens een van zijn ritjes met zijn Volkswagen Buggy, kwam hij zijn zus ophalen in Nijmegen. Tot zijn grote verrassing trof hij daar Marie-Thérèse. Het was liefde op het eerste gezicht. Aanvankelijk werd ze in het gezin Vermeulen voorgesteld als de vriendin van zijn zus Ellen.
Maar al snel werd duidelijk dat Marie-Thérèse niet voor Ellen kwam, maar voor Alf. En zo begon hun avontuur; zij was zijn eerste echte vriendinnetje en zoals gebleken is, is Marie Therese nog steeds de liefde van zijn leven.
Ze verloofden zich in 1985, omringd door vrienden én bekenden van hun ouders. Het feestje vond plaats in de kelder van Alfs ouderlijk huis tussen de olievaten—een intieme setting voor een bijzondere gebeurtenis.
Hun liefde culmineerde in juni 1986 met een prachtig, zonnig huwelijksfeest in de tuin van de ouders van de bruid. Maar voor het zover was, moest Alf, als atheïst, wel even een gesprek met de pastoor hebben over het huwelijkse leven. Dat vond hij toch best spannend! Toen de pastoor vroeg hoe hij de dingen des levens zag, gaf hij eerlijk toe dat hij respect had voor de overtuigingen van zijn schoonouders, maar dat hij er zelf toch iets anders over dacht. “Christus van het kruis bidden is niet mijn ding,” voegde hij er aan toe.
Omdat beide ouders van huis uit katholiek waren, was er natuurlijk een mis in de kerk gepland. Alfs ouders, echter, hadden bij hun verhuizing uit Doorn hun kerkelijke verplichtingen vaarwel gezegd. De ouders van Marie-Thérèse daarentegen woonden in Mierlo en waren veel traditioneler en praktiserend Rooms-katholiek. Hun leven was goed en welvarend, en de pastoor suggereerde in zijn gesprek met Alf dat dat wel eens te maken kon hebben met hun sterke geloof. Voor Alf was dat een merkwaardige mix van traditie en persoonlijke overtuiging, maar dat maakte het huwelijk met Marie-Thérèse alleen maar interessanter.