Een groot ongeval, zoals een zware kettingbotsing, ontsporing of ramp, kan chaotisch en beangstigend zijn. Paniek is een natuurlijke reactie, maar met de volgende stappen kun je gestructureerd en effectief hulp bieden zonder jezelf in gevaar te brengen.
1. Jouw veiligheid staat voorop: voorkom verdere schade
Je kunt pas hulp bieden als je zelf in een veilige positie bent. Een omstander die gewond raakt, wordt een extra slachtoffer.
Beoordeel de omgeving. Kijk goed om je heen. Is er direct gevaar zoals een mogelijke explosie (van gas of brandstof), instorting, of nadere voertuigen?
Verzeker de locatie. Als je op de snelweg bent, zet dan je waarschuwingslichten aan en plaats de gevarendriehoek op veilige afstand (ten minste 45 meter).
Schakel de motor uit. Wanneer je een verkeersslachtoffer benadert, zet dan de motor van het betrokken voertuig uit en trek de handrem aan om te voorkomen dat de auto plotseling gaat rijden.
2. Alarmeer: bel onmiddellijk 112
Een snelle en duidelijke melding is cruciaal voor de hulpdiensten.
Bel 112 zo snel mogelijk. Is er al iemand aan het bellen? Blijf dan bij de slachtoffers en verzamel belangrijke informatie.
Wat moet ik zeggen?
Wat is er gebeurd? (bijvoorbeeld: kettingbotsing, treinongeluk).
Waar is het? Noem de specifieke locatie (plaatsnaam, straatnaam, hectometerpaaltje op de snelweg).
Hoeveel slachtoffers zijn er? Maak een inschatting van het aantal gewonden.
Is er direct gevaar? (bijvoorbeeld brand, gaslek, beknelling).
Verbreek de verbinding niet. Hang niet op totdat de meldkamer aangeeft dat dit veilig is.
3. Overzicht: observeer en luister
Zodra de hulpdiensten onderweg zijn, richt je aandacht op de slachtoffers.
Observeer. Loop rustig langs de slachtoffers en bepaal wie onmiddellijke hulp nodig heeft.
Let op bewustzijn. Spreek de slachtoffers aan. Wie reageert, wie beweegt en wie blijft stil? Slachtoffers die schreeuwen hebben vaak open luchtwegen; richt je vooral op slachtoffers die stil zijn en bewusteloos lijken.
Hulp bij ernstig bloedverlies. Als je ernstig, pulserend bloedverlies opmerkt, probeer dit dan onmiddellijk te stelpen door druk uit te oefenen (met een doek, kledingstuk of je hand). Dit type bloedverlies is de meest voorkomende oorzaak van overlijden direct na een trauma.
4. Geef basiszorg: benader de slachtoffers
Je hoeft geen arts te zijn om te helpen. Jouw taak is om de situatie te stabiliseren totdat professionele hulp arriveert.
Communiceer en bied geruststelling. Geef slachtoffers die bij bewustzijn zijn een hand, praat met ze en bied geruststelling. Laat ze weten dat hulp onderweg is; dit kan ervoor zorgen dat ze minder in shock raken.
Verplaats niet! Slachtoffers met nek-, rug- of bekkenletsel mogen niet worden verplaatst, tenzij er levensgevaar dreigt (zoals brand of gas).
Houd de luchtwegen vrij. Als een slachtoffer bewusteloos is maar wel ademt, zorg dan dat de luchtweg vrij blijft (bijvoorbeeld met een kinlift). Als er geen ademhaling is en je hebt reanimatiekennis, begin dan met reanimatie.
Gebruik een AED. Als er een AED beschikbaar is en het veilig is om deze te halen, gebruik deze dan bij slachtoffers zonder teken van leven.
5. Coördineer en wacht
Wacht op de hulpdiensten. Zorg ervoor dat de professionals alle ruimte hebben.
Bied assistentie. Als de hulpdiensten om hulp vragen (bijvoorbeeld bij het vasthouden van een infuus of bij het regelen van verkeer), bied dan jouw hulp aan.
Geef informatie. Vertel de eerste hulpverlener die bij jou komt wat je hebt gezien en gedaan. Jouw overzicht biedt hen waardevolle informatie.
Door deze gestructureerde stappen te volgen, transformeer je van een omstander naar een levensreddende schakel in de hulpverleningsketen.