Het is de bedoeling dat we in 2050 allemaal in een elektrische auto rijden. Om dat te realiseren is er nog een lange weg te gaan. Begin december 2022 viel 2,2 procent van de personenauto’s in onze gemeente in deze categorie. Daarmee doen we het slechter dan het gemiddelde in Nederland (3,4%), beter dan het gemiddelde in Limburg (1,8%), maar stukken slechter dan bijvoorbeeld Almere (16%) en Tynaarlo (11,9%). Het percentage is hoger dan in Heumen (1,8%), Cuijk (1,6%) en Berg en Dal (1,5%)[1].
Over hoeveel elektrische personenauto’s hebben we het dan? Wat zou het betekenen voor de elektriciteitsbehoefte als alle personenauto’s inderdaad elektrisch zouden zijn? Natuurlijk hebben we nog een aantal jaren voor het zover is, maar het is wel interessant om er eens nader naar te kijken.
Personenauto’s
In 2022 bestond het personenautobestand in onze gemeente uit 4.729 stuks. En dat op 3.643 huishoudens. Gemiddeld is dat 1,3 auto’s. Uiteraard kun je geen 0,3 auto hebben. Als we aannemen dat het maximumaantal per huishouden twee auto’s is, dan hebben bijna 1.100 van de huishoudens in onze gemeente twee auto’s (30%). Van alle personenauto’s is 96 procent particulier bezit.
Afbeelding 1 laat zien hoe het aantal personenauto’s sinds 2000 is toegenomen, namelijk met zo’n 30 procent. Die stijging is slechts voor een deel te verklaren vanuit het aantal inwoners. Rekening houdend met het aantal inwoners is het aantal auto’s per 1.000 inwoners 23 procent toegenomen sinds 2000 (zie afbeelding 2).
Andere motorvoertuigen
Naast de personenauto’s zijn er in onze gemeente ook nog bedrijfsmotorvoertuigen. Afbeelding 3 laat daarvan de ontwikkeling in aantal zien. De economische situatie is daarop duidelijk van invloed. Het topjaar was 2005, toen er 504 waren. In de jaren daarna is het aantal sterk afgenomen tot 408 in 2014. De afgelopen jaren valt er weer een flinke stijging waar te nemen tot een aantal van 493 in 2022.
En dan hebben we natuurlijk nog motorfietsen. In 2013 waren dat er nog 388, in 2017 324, afgelopen jaar konden we er 348 tellen.
Het aantal motorfietsen is nog altijd kleiner dan dat van bromfietsen met een kenteken. In 2022 waren dat er 448 (afbeelding 5), een aantal dat redelijk stabiel sinds 2011.
Afgelegde kilometers met personenauto’s
Om straks uit te kunnen rekenen hoeveel elektriciteit nodig is als we allemaal een elektrische auto hebben, moeten we inzicht hebben in het aantal kilometers dat we met z’n allen in onze gemeente afleggen. We weten dat uiteraard niet precies, maar wel is bekend dat de gemiddelde Nederlandse personenauto in 2021 zo’n 11.000 kilometer heeft afgelegd. Als we aannemen dat dat ook voor onze auto’s geldt dan komen we uit op een totale afstand van 50.591.895 kilometers. Dat aantal kilometers komt overeen met 1.262 keer de omtrek van de aarde.
Benodigde brandstof
Als we aannemen dat de gemiddelde auto 1:15 rijdt dan verbruiken we in onze gemeente in totaal per jaar zo’n 3.372.793 liter autobrandstof.
Van fossiel naar elektrisch
Stel nu dat al onze personenauto’s elektrisch zouden rijden, dat we hetzelfde aantal auto’s hebben en dat we evenveel kilometers per jaar zouden afleggen. Een elektrische auto verbruikt gemiddeld 30 kWh per 100 kilometer. In totaal zouden we alleen voor onze auto’s een elektriciteitsverbruik teweeg brengen van 15.178 MWh. Dat cijfer gaat pas spreken als we dat vergelijken met het totale elektriciteitsverbruik van alle huishoudens in onze gemeente in 2021. Dat was namelijk 11.974 MWh.
Kortom: als we voor onze personenauto’s afzien van alle fossiele brandstoffen en overgaan op elektrisch rijden dan hebben we bij ongewijzigd gebruik meer dan een verdubbeling van ons elektriciteitsverbruik.
En dan nog van gas naar elektrisch
We hebben nog geen rekening gehouden met het streven om ook ons gas voor verwarming en koken te vervangen met elektriciteit. Het gemiddeld gasverbruik in 2021 was 1.710 m3. Om dat te vervangen door elektriciteit is in totaal nog zo’n 17.000 MWh nodig.
Nog veel te doen
Al met al zullen we dus nog heel wat moeten doen om de beoogde doelstelling van de energietransitie te realiseren. In 2021 produceerden we met onze zonnepanelen nog geen twee procent van het totale energieverbruik. Sindsdien is dat overigens wel wat meer geworden.
Bron: CBS
[1] Onderzoek Zonneplan 5 december 2022, bron RDW