Vraag aan een willekeurige inwoner van onze gemeente waarom het hier zo fijn wonen is en het antwoord is bijna altijd: vanwege de natuur en de schitterende omgeving!
Het landschap, de natuur en het bijzondere licht van de stuwwal hebben al sinds begin 1900 een grote aantrekkingskracht op kunstenaars in de omgeving van Plasmolen en Mook.
Begin vorige eeuw vestigde de Amsterdammer Jacques van Mourik zich om die reden aan de voet van de Sint Jansberg. In zijn kielzog volgden er meerdere vakbroeders zoals Dirk Ocker, Gerard Cox, Peter Job. Zij vormden de Kunstkolonie Plasmolen, de enige Limburgse kunstenaarskolonie. En een van de weinige Nederlandse kunstenaarsdorpen. De Stichting Jacques van Mourik beheert het erfgoed van de toenmalige kunstenaars.
Op een koude decemberavond spreek ik met Ietje Pinckers- van Roosmalen en Masja Nannings over het 30 jarig jubileum van de Jacques van Mourik Stichting
Ietje, bijna 80 jaar oud, is als oprichtster een soort ‘grande dame’ van de Stichting, al wil ze dat zelf niet horen. Masja, 60 jaar oud, is bestuurslid en coördineert onder andere de tentoonstellingen. Zij zijn allebei actieve vrijwilligers.
Ietje Pinckers schreef op verzoek van het bestuur een mooi naslagwerkje ter ere van het jubileum. In Een Klein Paradijs Plasmolen schrijft ze over de kolonie ”Het was er goed toeven. Ze leden samen armoe, deelden inkomsten, geluk, verdriet en maakten samen de Eerste Wereldoorlog door”.
Al ruim dertig jaar geleden verdiepte Ietje zich in deze kunstenaars. Ze publiceerde er over in tijdschrift De Grenssteen. In 1992 richtte ze samen met haar man Fred Pinckers, Margreet Janssen Reinen, haar moeder Miep Wannet ,en Bas Sanders de Stichting Jacques van Mourik op. Ze heeft verschillende leden van de vroegere kolonie nog zelf gekend.
Het doel van de Stichting
“ We willen laten zien hoe we hier vroeger leefden, hoe de natuur er uit zag en de mensen, wat men droeg, hoe er gekookt werd. Dat is allemaal vastgelegd. De kunst gaf beeld aan wat er was,“ vertelt Masja als gedreven bestuurslid. “Voor de stichting zijn de verhalen erbij belangrijk, zoals beschreven in bijvoorbeeld dagboeken. De armoe van de keuterboertjes, de arme heidegrond. We willen de wortels en geschiedenis van de streek zichtbaar maken. En die verbinden aan hoe het nu is. Hoe eigentijdse kunstenaars dat nu weergeven”.
De stichting doet dat door het verzamelen, beheren en documenteren van de nalatenschap van de kunstkolonie en koopt ook incidenteel werken van toenmalige kunstenaars aan als aanvulling op kerncollectie. De stichting draait volledig op vrijwilligers.
Verftubes en pigmenten
De kunstenaars legden de natuur vast, de lieflijke dorpen, de mooie vergezichten. “In de buitenlucht schilderen werd begin vorige eeuw mogelijk door de uitvinding van de verftube”, aldus Ietje Pinckers “Daardoor kon je met je schilderkist naar buiten en hoefde je niet naar je atelier om verf te mengen.” Behalve dan die enkele gek die, zoals ik, meer dan 100 jaar later het ambacht van zelf kleurpigmenten maken weer omarmt,” grinnikt ze. Ietje maakt met behulp van eigeel, caseïne, kalkwater, zuivere bijenwas of andere bindmiddelen en één van de honderden pigmenten zelf haar verf. Pigmenten krijg je door aarde of gesteentes heel fijn te vermalen of planten te koken. Bewerkelijk omdat je de aangemaakte verf niet lang kunt bewaren. Maar het geeft heel veel mogelijkheden en evenzovele kleuren.
Pigment was in juni 2022 het thema van een expositie in het KunstLokaalMook, waaraan Ietje deelnam. Ietje is een veelzijdig kunstenares. Ze maakt naast schilderijen ook grafisch werk en textielkunst. Ietje mengt zelf haar verf en is helemaal gegrepen door het ambachtelijke van diverse kunstvormen. “Mijn kleinkinderen zeggen: Oma jij snapt niet dat er mensen zijn die kunst niet zo belangrijk vinden” lacht ze. ”Maar kunst is als zuurstof voor mij, ik kan niet zonder”. “Oh, mijn moeder zei het ook heel mooi”, vult Masja aan: Kunst is voedsel voor de ziel.”
Toen en nu
Zo heet de jubileumtentoonstelling van de Jacques van Mourik stichting in het KunstLokaalMook.
Bij een kop thee in de huiskamer van Masja filosoferen we wat over de verschillen en overeenkomsten van toen en nu.
Beslist niet veranderd is de drive en de inspiratie van de kunstenaars. Kunstenaars willen scheppen, dat was 100 jaar geleden al zo. En ook nu zoeken kunstenaars in onze omgeving elkaar op. Zoals in de hedendaagse Kunstgroep Kolonie Plasmolen. Met een beetje andere aanleiding dan destijds, maar ook zij werken samen en vinden hun inspiratie vaak in de natuur, het landschap en de mensen.
Wat wel veranderde is het licht binnenshuis. De portretten van destijds zijn geschilderd bij het licht van olielampjes. Misschien zijn ze daarom ook vaak wat donker van kleur.
Ook het ambacht ontwikkelde zich. Tubes waren toen nieuw, fotografie niet bereikbaar voor iedereen. Nu zijn er fotografisch zoveel mogelijkheden, het is een nieuwe tak van kunst. Hoewel ook oude fototechnieken terugkomen, bijvoorbeeld analoge fotografie. Vroegere technieken worden opnieuw gewaardeerd. Zoals pigmenten weer zelf maken.
En dan de natuur. Die staat door klimaatverandering en menselijk gebruik sterk onder druk. Maar we trekken massaal de natuur in en willen een stukje land bewerken, of zelfs weer buiten gaan wonen.
Last but not least: de voormalige Kunstkolonie Plasmolen telde slecht twee vrouwen, tegenwoordig is het aantal vrouwelijke kunstenaars misschien wel groter dan het mannelijk deel. Hoewel er ook nu maar weinig mensen zijn die van de verkoop van hun kunstwerken kunnen leven.
De toekomst van KunstlokaalMook
Eind 2020 kreeg de Stichting Jacques van Mourik zijn thuisbasis in KunstLokaalMook aan de Rijksweg.
‘Wat een portret’ , heette de openingsexpositie. Werken van de vroegere Plasmolense kunstenaars werden rond een thema getoond in combinatie met werk van hedendaagse kunstenaars. Ook was de expositieruimte te huur voor hedendaagse kunstenaars uit de omgeving. Daar bleek veel animo voor, de agenda was al snel een jaar in het voren volgeboekt.
Twee jaar na de opening constateerden de mensen van de Stichting Jacques van Mourik dat ze met het huidige aantal vrijwilligers beperkt zijn en dat het organiseren van die exposities veel tijd kost. Denk aan de flyers, helpen inrichten, ontvangen van bezoekers. Terwijl het werk van de oorspronkelijke kunstenaars juist wat uit het zicht raakte. En dat is juist de bedoeling van de erfenis en de stichting: het beheren en documenteren en tentoonstellen van de oude collectie.
Het bestuur besluit daarom om terug te keren naar de oorspronkelijke opdracht en opzet: kunst van vroegere kolonieleden rondom een thema exposeren en de link leggen naar huidige kunstwerken. Hedendaagse kunstenaar worden uitgenodigd door de stichting en betalen dan geen huur, enkel een kleine afdracht per verkocht werk.
De tafel in het KunstLokaal is inmiddels verplaatst naar de voorste ruimte en staat daar midden in het zicht voor het raam. “We hopen dat het een soort uitnodigende stamtafel gaat worden, zodat mensen nieuwsgierig worden en binnenlopen om zomaar een kijkje te nemen. Kunst is er voor iedereen, en het werk van de vroegere en nieuwe kunstenaars is altijd de moeite van het bekijken waard!”, vinden Ietje en Masja namens de hele stichting.
Ze besluiten met een hartenkreet: Nieuwe vrijwilligers in de rol van gastvrouw of gastheer op zondagen zijn meer dan welkom! Hoe meer inzet hoe meer we kunnen laten zien qua openingstijden en exposities.
---------------------------------------------------------------------------------------
De Jubileumexpositie Toen en nu is nog tot maart 2023 te bezichtigen, elke zondag van 12.00 tot 16.00 uur. Naast de vroegere werken is er werk te zien van de hedendaagse kustenaars die ook meewerkten aan de expositie bij het 25 jarig jubileum. Zij laten zien waar zij nu staan.
Voor meer informatie
Werk van Ietje Pinckers: www.atelierdegraasj.nl. Haar naslagwerkje ‘Een klein Paradijs Plasmolen’ is voor 9,95 euro te koop in het KunstlokaalMook
Stichting Jacques van Mourik: www.stichtingjacquesvanmourik.nl
(januari 2022, tekst loes meijer)