Drommelse Dreumelse Fien (deel 1)
Fien van Teeffelen, zoals ze met haar meisjesnaam heet, is in 1939 geboren in het Gelderse Dreumel, een dorp in het Land van Maas en Waal. Het gezin van Teeffelen bestond uit oorspronkelijk uit 7 kinderen. Eén kind is op 2-jarige leeftijd overleden. Drie jongens en drie meisjes bleven er over. Op dit moment zijn Fien en een zus de enige die nog in leven zijn. Fien was de jongste van het hele stel; tussen de oudste en de jongste zat een verschil van 11 jaar; de kinderen hebben elkaar dus in een vrij rap tempo opgevolgd.
De ouders van Fien hadden een kleine boerderij met vijf koeien en een stuk of vijf varkens, een gemengd bedrijf dus, zoals veel mensen dat hadden in die tijd. Naast de boerderij hadden zij ook nog een café en een taxibedrijf. Behoudens het gewone taxivervoer werden de Dreumelse jongens en meisjes die bij Philips in Alphen aan de Maas werkten door pa van Teeffelen ‘s morgens met de taxi naar hun werk gebracht ( ± 4 km.) en om vijf uur ’s middags weer netjes opgehaald en naar huis gebracht. Fietsen of bromfietsen was er blijkbaar niet bij. De Dreumelse werkende jeugd was toentertijd dus aardig verwend.
Fien is haar hele leven werkzaam geweest als apothekersassistente. Na haar mulo-examen in 1957 ging ze in september van dat jaar naar de apotheek in Tiel. In een hokje achter de zaak heeft ze de opleiding gevolgd die toen slechts één jaar duurde. Voor haar eerste baantje is Fien naar apotheek Donkers in Oss gegaan. Zij kocht een scooter en reed iedere dag van Dreumel naar Oss en terug, een afstand van 16 km (enkel). In die tijd hadden weinig mensen al een scooter of brommer, laat staan een meisje. Fien was haar tijd toen al ver vooruit en emancipatorisch ontwikkeld. Natuurlijk moest ze ook regelmatig avonddiensten draaien; in dat geval bleef ze in Oss slapen, in een speciale kamer. ’s Avonds naar huis met de scooter was voor een meisje ook toen al niet verstandig. In Oss heeft ze 3 jaar gewerkt en vervolgens is ze naar Nijmegen gegaan waar ze ging werken in de apotheek van het Canisiusziekenhuis.
Fien was in haar jeugd een frivool type (en nu ook nog heel guitig) en hield van uitgaan. Tijdens Carnaval in februari 1960 leerde zij Frans Hefti kennen, in Hotel Erica alwaar de Carnavalsvereniging ‘De Blauwe Schuit’ resideerde.
Frans kwam uit Enschede en was in het Nijmeegse verzeild geraakt. Zijn grootouders kwamen oorspronkelijk uit Zwitserland, waren in Nederland terechtgekomen en begonnen een kruidenierszaak in Twente.
Toen ze elkaar leerden kennen was Fien 21 jaar; Frans was 14 jaar ouder. Op zijn vijfendertigste wilde deze jonge man wel eens trouwen. Fien zag hem ook wel zitten maar was aanvankelijk bang voor de reacties van thuis vanwege het leeftijdsverschil, maar haar moeder vond Frans ‘unne nette miens’ en is altijd dol op hem geweest. Iets meer dan anderhalf jaar later, in oktober 1961, zijn ze getrouwd. Fien zegt dat het natuurlijk in het begin wennen was aan het getrouwde leven; zij was jong en nog niet zo door de wol geverfd maar ze hebben het altijd heel goed gehad samen.
Nadat ze getrouwd waren gingen ze in Nijmegen wonen; ook in die tijd kon je niet gemakkelijk aan een huis komen. Frans werkte als bedrijfsleider bij van Woensel, de bekende schoenenzaak in de Molenstraat. De directie van deze zaak heeft er voor gezorgd dat het pas getrouwde stel een dak boven hun hoofd kreeg. Zij kregen een flat in de Jan Willem Passtraat. Daar werden 2 kinderen geboren, een jongen en een meisje.
(wordt vervolgd….)