Rond 1970 werden in Molenhoek veel huizen gebouwd. Frans, de man van Fien, was ter ore gekomen dat er in de Ridderlaan nog huizen te koop waren. Die kosten in die tijd ongeveer 40.000 gulden. De kopers kregen 10 jaar lang ook nog 10.000 gulden subsidie. Dus al met al waren die huizen voor een redelijke prijs te kopen. Tien jaar later hebben Fien en Frans het huis kunnen verkopen voor iets meer dan 200.000 gulden. Een aardig bedrag om samen met nog vier andere mensen een kavel te kunnen kopen op de Stationsstraat waar aannemer van der Zanden vijf huizen bouwde. Op die plek hebben Fien en Frans zeer tot genoegen gewoond; Frans tot 2004, toen overleed hij en Fien tot 2017.
Werk
Toen de kinderen klein waren heeft Fien een tiental jaren niet gewerkt. Maar even nadat ze in Molenhoek kwamen wonen kreeg ze werk in een kleine, inmiddels verdwenen, apotheek tegenover de kerk op de Stationsstraat. Zij moest echter weer wegwijs worden gemaakt in het apothekerswezen, want ze had een lange periode niet meer gewerkt en ook in die tijd veranderde er veel in korte tijd in haar vak. Na twee jaar vroeg een apotheker uit Gennep of ze daar wilde komen werken voor drie halve dagen; maar dat hield ook in dat ze ook avond- en nachtdiensten behoorde te draaien, vooral omdat de baas, die ook nog wethouder was in Gennep, nog wel eens afwezig was. Hij vroeg of Fien bang was aangelegd omdat zij nog wel eens ‘s avonds over straat naar haar werk moest. Om de drommel niet, zei Fien. Zij is trouwens nooit bang geweest; vroeger niet en nu ook nog niet.
De eerste keer dat de apotheker weg moest kwam hij naar Fien toe en vroeg: ’Ik heb een feest vanavond, kunt U?’ Fien dacht: ‘Je kunt toch ook makkelijk een ander vragen voor dat feest?’ Maar dat was niet wat de apotheker bedoelde; hij bedoelde slechts of Fien de avonddienst wilde draaien.
Hij sprak Fien altijd aan met ’U’. Dat deed hij ook bij het andere personeel, dus ook de huishoudelijk hulp. Hij vond het vreemd haar ‘Annie’ te noemen, dus ‘U’ werd de gangbare omgangstaal.
Na een aantal jaren ging de apotheek failliet. De baas was weliswaar zeer kundig op zijn vakgebied, volgens Fien, maar had nul komma nul idee van bedrijfsvoering. De zaak werd overgenomen en voortgezet. Fien heeft daar nog mogen werken tot haar 62ste. Toen ging ze met pensioen. Wat een luxe als je dat vergelijkt met de huidige situatie, zegt ze. Met de collega’s van die tijd heeft Fien nog steeds contact. Ieder jaar komen ze tweemaal bij elkaar voor een gezellige kout.
Jaren 70
Toen Fien en Frans met de kinderen in Molenhoek kwamen wonen was er nog geen kleuterschool en lagere school (nu basisschool geheten). Casper was toen 6 jaar en heeft één jaar, in 1970, op het Gabriëlcollege (nu Maesstate) op school gezeten, in de eerste klas. Sophie, haar dochter heeft in die tijd op de universiteit op de kleuteropvang gezeten. Spoedig kwam er een school in het dorp. Molenhoek breidde in korte tijd vrij snel uit met veel jonge gezinnen. In hun vrije tijd gingen de kinderen spelen in de zandkuil; tegenwoordig ligt daar de Toverdans.
Wonen in de Stationsstraat
In de Stationsstraat waren in die tijd nog een paar winkels; Postulart met een kruidenierszaak en De Best met gordijnen, speelgoed enz, Cornelissen met een vishandel. Aan de overkant was een Sparwinkel. Champignons werden gekocht op de Middelweg bij Christiaans. In de tijd dat Fien en Frans nog in de Ridderlaan woonden kwam ook de SRV-man langs eet zijn rijdende winkel en die vroeg een keer aan Fien of Frans niet in de politiek wilde gaan.
En zo geschiedde. Frans heeft in de gemeenteraad gezeten (via een restzetel) en is volgens Fien ook nog wethouder geweest in Mook. Hij was een sociaal type; lid van en actief in de Carnavalsvereniging en de KBO, de herensociëteit en de kaartclub. Bovendien haalde hij de kranten uit de bus bij mensen in de buurt die op vakantie waren en verzorgde hun kippen en de plantjes.
Frans moet heel erg dol op Fien zijn geweest, want elke ochtend kreeg zij ontbijt op bed. Toen Frans slecht begon te lopen kwam er een traplift; nadat die was geplaatst kwam Frans naar boven met een rammelend kopje thee en een beschuitje. Fien is dus erg verwend en is in de watten gelegd. ‘Hij had één grote zorg en dat was Fientje’, zegt zijzelf.
(wordt vervolgd…..)